De Schakel
Jeugd
Zorro en Spiderman in het land van Zorro; (voor)leesverhaal vanaf 6 jaar

Teun is een echte fan van Zorro. Hij lacht zich altijd een deuk als Zorro met zijn degen bij sergeant Garcia een grote Z op zijn buik schrijft. Alle films van Zorro heeft Teun nu al wel drie keer gezien. Deze…

Teun is een echte fan van Zorro. Hij lacht zich altijd een deuk als Zorro met zijn degen bij sergeant Garcia een grote Z op zijn buik schrijft. Alle films van Zorro heeft Teun nu al wel drie keer gezien.

Deze zomer gaan ze met het hele gezin op vakantie naar Amerika, naar Californië. Het land van Zorro. Daar is het altijd lekker weer, altijd zon en prachtige stranden. Vanuit Schiphol gaan ze met het vliegtuig naar Los Angeles. Daar huren ze een camper en gaan dan kriskras door Californië rijden.

Teun wil daar graag naar toe omdat dat het land van Zorro is, zijn grote held. De eerste dagen hebben ze heerlijk aan het strand gezeten, lekker gezwommen en in de zon gelegen. Na 3 dagen zijn ze in de camper gestapt en rijden nu naar de filmlocatie waar de films van Zorro worden opgenomen. Deze ligt net buiten de grote stad Los Angeles.

Voor deze opnames hebben ze een hele stad nagebouwd, die heet in de film ook Los Angeles. In de stad lopen veel acteurs rond, sergeant Garcia, korporaal Reyes en heel veel soldaten. Ook de inwoners van Los Angeles lopen hier nog verkleed rond.

Teun en Pepijn hebben veel foto’s gemaakt, vooral van de dikke buik van sergeant Garcia met een grote Z erop. De sergeant vertelt iedereen dat hij bijna Zorro te pakken had genomen. Maar toen hij Zorro kon pakken had hij toch meer trek in een lekkere kippenbout dan om achter Zorro aan te gaan.

Zorro zelf was er niet, die laat zich alleen maar zien als hij nodig is. Teun wilde graag met Zorro op de foto. Hij weet waar Zorro woont, maar vertelt dat niet aan Sergeant Garcia!
Ze rijden naar de haciënda van Don Alejandro de la Vega, de vader van Don Diego.
Don Diego is de echte Zorro! Dat mag natuurlijk niemand weten, dus niet verder vertellen!

Als ze met de camper bij de haciënda zijn loopt net Don Alejandro met Bernardo naar buiten. Papa zegt: “Buenos dias señor, mogen wij een kijkje nemen op de boerderij en is Don Diego toevallig thuis?” Don Alejandro zegt: “Jullie zijn van harte welkom op mijn ranch, helaas is Don Diego ziek, hij ligt op bed en wil geen bezoek!”

Oei, dat is een tegenvaller, dan zegt Teun: “Mijn mama werkt op het ziekenhuis, misschien kan mama Don Diego wel beter maken!” Mama schudt van nee, maar Don Alejandro zegt: “Si, dat zou fijn zijn wilt u misschien even kijken naar mijn zoon? Dan laat ik Bernardo voor jullie wat drinken inschenken.”

Mama loopt met Don Alejandro mee. Papa, Pepijn en Teun gaan met Bernardo naar de veranda om iets lekkers koels te drinken. Bernardo praat niet maar hij kan wel heel goed horen. Even later komt mama terug en vertelt dat Don Diego erg ziek is en dat er een dokter bij moet komen. Don Alejandro zegt: “Als ik met mijn paard de dokter moet gaan halen dan ben ik morgen pas terug!”

Dan zegt papa: “Ik wil wel rijden met mijn camper, dat gaat veel sneller. Als u mij de weg wijst?” Dat vindt Don Alejandro een prima idee.
Bernardo blijft met mama, Pepijn en Teun op de haciënda.
Bernardo vraagt in gebarentaal of Teun en Pepijn paard willen rijden? Dat willen ze wel.
Mama zal op Don Diego letten.

De jongens lopen met Bernardo naar de inrijbak, waar twee pony’s staan. Bernardo wil de zadels gaan pakken. Maar Teun zegt: “Ik wil wel op een echt paard, eigenlijk wil ik op Tornado rijden.” Bernardo schrikt zich een hoedje en doet zijn vinger naar zijn mond om daarmee te zeggen, dat je daar zo hier niet over mag praten! Teun en Pepijn knikken en beloven dat ze er niet meer over zouden praten. Ze begrijpen dat niemand mag weten dat Zorro hier woont!

Bernardo haalt twee paarden van stal een bruine hengst Bruno en een gevlekte merrie die heet Vlekje. Teun kiest voor Vlekje en Pepijn neemt Bruno. Bernardo pakt zijn grijze merrie en samen gaan ze een ritje maken.

Na een tijdje rijden komen ze bij een landweg en zien in de verte hun camper staan!
Teun roept: “Hé, daar staat onze camper, zou er iets aan de hand zijn?” Alle drie geven ze hun paard de sporen en in volle galop rijden ze naar de camper. Pepijn is als eerste bij de camper en roept: “Papa, waar ben je?” Maar er is niemand in of bij de camper. Op de deur hangt een papier met de tekst:

Oei dat is Spaans en dat kan Pepijn niet lezen!
Gelukkig Bernardo wel en hij schrijft op: ‘Als jullie Don Alejandro levend willen hebben dan moet de zieke Zorro honderdduizend dollar betalen! was getekend Monasterio’
Oei papa en Don Alejandro zijn ontvoerd door Monasterio, de oude vijand van Zorro!

Bernardo gebaart dat hij met de camper zal terugrijden. Teun en Pepijn rijden met het paard van Bernardo achter de camper aan. Vlug gaan ze terug naar de haciënda. Ze binden de paarden vast en lopen naar binnen, naar de slaapkamer van Don Diego. Ze geven het briefje aan Don Diego.

Mama is erg geschrokken want als Don Alejandro is ontvoerd dan hebben ze dus papa ook ontvoerd! Don Diego wil opstaan en zegt: “Ik moet jullie vader en mijn vader redden. Monasterio is een gevaarlijke boef, hij weet wie ik ben en ook dat ik ziek ben. Hij wil geen geld maar hij wil met mij vechten. Bernardo zadel jij Tornado op. Het is tijd voor Zorro!” Mama zegt: “Don Diego, jij bent veel te zwak om te vechten. Je kunt niet eens op je benen staan! We moeten de politie bellen.”

Don Diego lacht, “de politie bellen, sergeant Garcia en zijn soldaten tegen Monasterio! Dat zal ze niet lukken!”  Teun, Pepijn en Bernardo schudden alle drie van nee. Dan zegt Teun: “Ik wil wel Zorro spelen, ik kan goed zwaardvechten en ook goed paardrijden.”
“Daar komt niets van in!” zegt mama.
“Ja,” zegt Pepijn, “maar ik help mee en Bernardo ook!” Bernardo knikt van ja!
Don Diego zegt: “Okay, maar denk erom dit is geen spelletje! Het gaat erom dat jullie de beide vaders bevrijden uit de handen van Monasterio.”

Pepijn en Teun knikken allebei ja.
Mama roept nog: “Kijk goed uit en doe wat Bernardo zegt!”
Teun moet lachen, “Je bedoelt wat hij gebaart”

Pepijn pakt uit de camper zijn Spidermanpak en Teun zijn Zorropak. Vlug gaan ze via de geheime gang naar de grot van Zorro. Don Diego, ik bedoel de echte Zorro heeft verteld waar de schuilplaats is van Monasterio. Samen hebben ze een plan bedacht hoe ze papa en Don Alejandro gaan bevrijden. Bernardo heeft een platte wagen gepakt en een paard ervoor ingespannen. Op de platte kar ligt een hoge berg hooi. Bovenop de berg, onder het hooi, ligt een pop verkleedt als Zorro.

Teun rijdt op Tornado, als een echte Zorro en Pepijn op Bruno.

Pepijn en Teun rijden met een grote omweg vooruit naar de bergen waar Monasterio met zijn bende schuilhoudt. Ondertussen heeft mama sergeant Garcia gebeld en gezegd dat Zorro in de bergen bezig is om Monasterio te vangen.

Alles is klaar en nu maar hopen dat het plan slaagt.

Bernardo rijdt voorzichtig langs de bergen, hij heeft al gezien dat er boeven op de loer liggen. Dan een schot in de lucht en van achter een rots komt Monasterio tevoorschijn en Bernardo stopt. Monasterio roept: “Zorro als je een held wil zijn, kom dan tevoorschijn en verstop je je niet onder het hooi.” Bernardo trekt aan een touw en een pop als Zorro verkleedt, veert ineens rechtop, op de berg met hooi. Bernardo koppelt zijn paard los van de platte kar, springt op het paard en rijdt weg. Monasterio lacht als hij de pop ziet. “Hahaha, dacht je dat je me daar bang mee kan maken?” zei hij. “Nee, en wij zijn niet bang van jou!” Hoort hij van achteren en ook aan de overkant.

Dan ziet hij Spiderman en Zorro, die gooien bommetjes in de hooiberg en deze ploft uit elkaar. Onder de berg hooi ligt koeienstront en die vliegt nu alle kanten op.

De boeven zitten onder de stinkende poep, ze rennen zo in de armen van sergeant Garcia en zijn soldaten. Monasterio pakt zijn degen en wil met Zorro gaan vechten. Zorro staat hem op te wachten. Als Monasterio op hem afloopt slingert hij zijn zweep over een tak en trekt zich bovenop een stevige tak van de boom. Monasterio zegt: ”Je bent best snel voor een zieke Zorro!”

Zorro lacht en roept: “Kom me maar halen!”

Monasterio klimt in de boom. Maar halverwege heeft Zorro lijm op de stam gesmeerd. Monasterio klimt nu in de lijm en zit vastgeplakt aan de boom.

Hij roept: “Zorro dat is niet eerlijk!”
Zorro lacht weer en zegt: “Nee mensen ontvoeren dat is eerlijk!”
Zorro fluit op zijn vingers. Tornado komt in volle galop eraan, Zorro springt op zijn rug en rijdt weg.
Net op tijd want sergeant Garcia kwam er al aan met zijn mannen.
Zorro, Spiderman en Bernardo rijden naar het kamp van de boeven.
Daar zijn nog twee bewakers die op papa en Don Alejandro moeten passen.

Ze zien Bernardo, Zorro en Spiderman aankomen rijden en ze slaan op de vlucht. De drie helden gaan de hut binnen en zien daar 3 mensen geboeid op de grond liggen. Ze snijden de touwen los en Don Alejandro zegt: “Zorro, ik dacht dat je ziek was!” Zorro zegt: “Dan heeft u zich vergist!” Dan wijst Zorro naar de vreemde man en vraagt: “Wie is deze man?” “Dat is de dokter voor Don Diego,” zegt papa. Hij hoort aan de stem dat Zorro, Teun is, maar hij zegt dat niet! Ook ziet hij aan het pak van Spiderman dat dat Pepijn moet zijn!

Papa, Don Alejandro en de dokter mogen meerijden.
De dokter heeft Don Diego onderzocht en een medicijn voorgeschreven. Na een paar dagen is Don Diego weer beter.

Het hele gezin mag nog een paar dagen blijven met hun camper.

Teun en Pepijn zijn net bezig met de afwas als Zorro komt aanrijden op zijn paard. Hij zegt tegen Teun en Pepijn: “Jullie willen met mij nog op de foto, toch?”
Pepijn en Teun knikken beiden van ja.
Teun zegt: “Maar dan wil ik wel mijn Zorropak aan!”
Pepijn zegt: “En ik mijn Spidermanpak!”
Ze gaan zich snel omkleden en gaan bij Zorro staan voor de foto.
Papa pakt zijn camera en “klik,” foto gemaakt.

Deze vakantie gaan Pepijn en Teun nooit vergeten.
Deze was top!

Verhalenverteller Wim Verbunt
Fotobewerking: Koen Verbunt

About the author

Related Posts