De Schakel
Jeugd
Zieget te maoke 

Over een paar dagen is het carnaval in Knollevretersgat! Maartje heeft er heel veel zin in. Maartje zit in groep 5 van bassischool Rennevoirt. Samen met groep 5 hebben ze een idee voor de optocht uitgewerkt. Het begon allemaal op…

Over een paar dagen is het carnaval in Knollevretersgat!
Maartje heeft er heel veel zin in.
Maartje zit in groep 5 van bassischool Rennevoirt.
Samen met groep 5 hebben ze een idee voor de optocht uitgewerkt.
Het begon allemaal op school, tijdens het handenarbeid uurtje.

De juffrouw stelde voor om met de hele klas mee te doen aan de carnavalsoptocht.
Dat vonden ze wel leuk. Ze spraken af om iets met het motto te doen: “Zieget te maoke”.
Ze hadden eerst opgeschreven wat er allemaal “gemaokt” kon worden:
Kapotte auto, gebroken hart, papier uit een snippermachine, vierbaansweg naar Koningsoord, een opgeknapt restaurant in d’n Druif, baby’s. Ook de boom die op het dak van de Toverwereld was gevallen met de storm werd als idee meegenomen voor de optocht.

Heel de klas doet mee, in groepjes van twee. Dieuwertje en Bart proberen een groot gebroken hart te maoken! Erik en Brenda gaan een auto maoken. Sem en Emma gaan als Herman den Blijker en meneer Reimers voor het opknappen van het restaurant van d’n Druif. Freek en Juul gaan als medewerkers van firma Weijtmans de boom in stukken zagen, die op het dak van de Toverwereld ligt. Zo heeft ieder dus wat.

Maartje gaat samen met Dirk uitbeelden dat ze papiersnippers weer aan elkaar willen plakken; Maartje gekleed als secretaresse en Dirk als directeur.
Maartje speelt dat ze de contracten van Koningsoord per ongeluk in de papierversnipperaar heeft gestopt. Samen zullen ze proberen het publiek mee te laten helpen om de contracten weer aan elkaar te plakken.
Zieget te maoke! En zo gaat iedereen wat maoken.

De kleren van Maartje liggen klaar, de versnipperaar heeft ze van haar vader geleend. Er zit een hendel aan waar je aan moet draaien, zo wordt het papier versnipperd. De rol plakband heeft Dirk op een plank gemaakt, zodat je die makkelijk kan afrollen. Om goed voor de dag te komen is er veel geoefend in de klas. Ze hebben al heel veel lol gehad. Ze weten zeker dat zij als groep een prijs gaan winnen!
Maartje fietst donderdags vóór carnaval naar oma. Ze heeft voor oma wafels gebakken, die vindt oma altijd zo lekker.
Oma is heel blij met de wafels.
Bij de thee hebben ze samen ieder een wafel op. Maartje vertelt oma alles over carnaval en hoe leuk dat het allemaal gaat worden. Oma gaat in de Raadhuisstraat kijken.

Na de thee gaat Maartje weer op de fiets naar huis, het regent. Maartje fietst door de Willibrordusstraat en rijdt per ongeluk tegen de stoeprand. Ineens ligt Maartje op de grond met haar rechterbeen onder haar fiets. Maartje schreeuwt het uit van de pijn. Er komen gelijk mensen die haar overeind willen helpen. Gelukkig is er iemand die verstand heeft van EHBO en die zegt: “Haal voorzichtig de fiets weg en dan eerst even kijken of er niets gebroken is!” Hij gaat naar Maartje toe en zegt: “Ik heet Kees en hoe heet jij en waar doet het pijn?” “Ik heet Maartje, mijn rechterbeen doet zo zeer.” Maartje huilt van de pijn en van de schrik. Kees kijkt naar haar been. Hij ziet dat haar bovenbeen in een rare stand ligt. Kees zegt tegen iemand: “Bel jij 1-1-2 en zeg dat hier in de Willibrordusstraat in Berkel-Enschot ter hoogte van de kerk een meisje ligt met waarschijnlijk een gebroken bovenbeen. Kan er iemand voor Maartje een deken halen?” 1-1-2 wordt snel gebeld en de deken is er zo. Hij vraagt aan Maartje: “Heb jij een mobieltje of weet jij het nummer van je vader of moeder?” Maartje weet het nummer van haar moeder uit haar hoofd en geeft dat door aan Kees. Die pakt zijn mobiel en belt naar haar moeder. Hij geeft zijn mobieltje aan Maartje: “Hallo mama, ik ben gevallen met mijn fiets en nu doet mijn been heel zeer!” Verder komt ze niet uit haar woorden, ze moet zo huilen. Kees neemt het mobieltje over en zegt: “Maartje is lelijk gevallen en voor alle zekerheid laten we een ambulance komen. Als u deze kant op kunt komen, het is vlakbij de kerk van Berkel.” De moeder van Maartje komt meteen. In de verte hoort Maartje de ambulance al komen: “Ta-tie-ta-toe!”. De mensen gaan opzij en twee broeders van de ambulance stappen uit. Kees geeft hun een hand en vertelt wat hij weet.

Een van de broeders loopt meteen door naar Maartje. Hij geeft haar een hand en zegt: “Dag Maartje, ik heet Bert. Nou je bent lelijk gevallen! Mag ik even naar je been kijken?” Maartje knikt. De broeder voelt heel voorzichtig en zegt dan: “Jij mag met ons mee in de ambulance!” De moeder van Maartje is er nu ook. Zij gaat meteen naar Maartje toe. Maartje ziet haar mama en begint meteen te huilen. Haar mama geeft haar een dikke knuffel om haar te troosten. De ambulancebroeders pakken de brancard op wieltjes en zorgen ervoor dat Maartje voorzichtig in de ambulance wordt gezet. De moeder van Maartje stapt ook in en samen rijden ze weg, met sirene: “Ta-tie-ta-toe.” Maartje wordt naar het ziekenhuis gereden. Op de foto’s is te zien dat haar rechterbovenbeen is gebroken! Haar been wordt goed gezet en het been wordt in het gips gezet. Maartje moet zeker één dag in het ziekenhuis blijven.

Vrijdagmorgen, het is erg lawaaierig in groep 5. De juffrouw moet wel drie keer zeggen: “Nu allemaal gaan zitten!” Er wordt natuurlijk gepraat over Maartje.
Het wordt muisstil als de juffrouw begint te praten: “Ik heb net de moeder van Maartje gesproken, Maartje heeft haar rechterbovenbeen gebroken. Ze ligt nog in het ziekenhuis. Haar been is gisteren gezet en ze heeft nu gips om haar been. Waarschijnlijk mag ze vanavond al naar huis. “Dirk steekt zijn vinger op en vraagt: “Zou ze met de optocht mee mogen doen, in een rolstoel of zo?” “Dat denk ik niet,” zegt de juffrouw, “dat hobbelt te veel over de stenen!” Gelukkig komt de optocht langs haar huis, dan kan ze die in ieder geval wel zien. De kinderen vinden het heel zielig voor Maartje en ook voor Dirk. Maartje had er nog wel zoveel zin in! Van de juffrouw mogen ze allemaal een tekening maken voor Maartje met iets erop geschreven. Ze gaan allemaal meteen aan de slag om iets te maken.

De juffrouw gaat ’s avonds samen met Dirk naar Maartje toe, met alle tekeningen.
Maartje vindt het geweldig en zegt meteen: “Die tekeningen plakken we voor op het raam, dan kan iedereen het zien!” Dirk heeft nog een lekkere snoepzak bij zich voor Maartje en vraagt: “Vind je het goed als ik samen met jou naar de optocht ga kijken?” Maartje vindt dat een leuk en heel lief idee.

Zaterdagmiddag de optocht in Knollevretersgat. Het is lekker weer, niet koud en ook geen regen.
De broers van Maartje doen ook mee in de optocht met hun klas. Papa, mama, Dirk, Maartje en ook oma zitten lekker warm ingepakt aan de straat.
Met de juffrouw hebben ze afgesproken dat groep 5 drinken en chips bij Maartje krijgen. Als eerste komt de wagen van de jeugdprins voorbij. Die stopt voor Maartje, jeugdprins Freek komt van de wagen af en geeft Maartje een zwemband met een vogel erop, “Maartje, jij bent de grootste pechvogel van het Knollevretersgat. Daarom krijg jij deze rare vogel, alaaf, alaaf, alaaf!” De optocht met de jeugd trekt voorbij.
Natuurlijk heeft heel de klas even rondom Maartje en Dirk gezeten en vlug chips en drinken genomen. Na de jeugd komen de grote wagens. Voorop rijdt de Prinsenwagen met Prins Martijn d’n Irste.

Ook de Prinsenwagen stopt bij Maartje voor de deur! Prins Martijn d’n Irste stapt van de wagen. Hij heeft een microfoon bij zich en de muziek wordt ingezet: “Vogeltje wat zing je vroeg!” Daarna zegt prins Martijn: “Zo Maartje, je bent de grootste pechvogel van de Knollevreters. Daarom heb ik voor jou een speciaal aandenken aan carnaval 2018.” Het is een leuk boekje van Pietertje Pechvogel. Maartje en Dirk krijgen van Prins Martijn ook nog een carnavalsmedaille.

Daarna gaat de optocht weer verder, met muziek en veel leut. Heel veel optochtdeelnemers geven Maartje een hand en sommigen zetten een pechvogeltje bij haar. Maartje vindt het allemaal top en haar hele gipsen been staat vol met handtekeningen, ook van de prins en jeugdprins.
Maartje vindt het jammer dat ze niet mee kan doen aan de optocht, maar ze heeft wel erg genoten! Deze carnaval zal ze nooit vergeten!

Groep 5 van basisschool de Rennevoirt heeft de tweede prijs gewonnen! Alaaf, Alaaf, Alaaf!

Wim Verbunt
Verhalenverteller

Carnaval 2018

About the author

Related Posts