De Schakel
Jeugd
Winter op de Beestenboel

Een dikke laag sneeuw ligt als een warme deken over de Beestenboel. De boertjes van de Boerderijclub maken een sneeuwpop. Knorretje, Gerrit en Kukie helpen mee. De andere dieren blijven liever binnen, die vinden het te koud. De sneeuwpop is…

Een dikke laag sneeuw ligt als een warme deken over de Beestenboel.

De boertjes van de Boerderijclub maken een sneeuwpop. Knorretje, Gerrit en Kukie helpen mee. De andere dieren blijven liever binnen, die vinden het te koud.

De sneeuwpop is zo groot dat Kukie op de rug van Gerrit moet gaan staan om zijn gezicht te maken. Knorretje geeft vanuit de grond de aanwijzingen. Een wortel wordt zijn neus, sierappeltjes zijn mond en twee grote bouten worden zijn ogen. De knopen op zijn buik zijn dennenappels. Boer Jan heeft zijn oude pet op zijn hoofd gezet. Ria doet een oude sjaal om zijn nek en geeft hem een bezem in zijn hand. Ben een van de boertjes heeft op een bord geschreven: ‘Ik heet Harry, wie wil er met mij trouwen?’

Als ze klaar zijn houden ze een sneeuwballengevecht. Boer Jan en Ria worden flink geraakt. Zij rennen gauw naar binnen. De boertjes gooien nu alle sneeuwballen op Gerrit, Knorretje en Kukie. “Pas maar eens op ia, ia,” balkt Gerrit. Hij draait zich om en gooit met zijn achterpoten de boertjes helemaal onder de sneeuw. Wat hebben ze een lol. Als ze uitgegooid zijn komt Ria met warme chocomelk en wafels, voor Gerrit halve appeltjes, voor Kukie mais en voor Knorretje natuurlijk een boterham met pindakaas.

“Wat is winter toch mooi,” knort Knorretje. “Pats!” Een sneeuwbal treft zijn snuit. “Knor, knor!”

De boertjes gaan het pad sneeuwvrij maken, zodat de auto van boer Jan goed weg kan. Het is inmiddels weer gaan sneeuwen en alles wordt witter dan wit.

De dag is al weer bijna voorbij. Knorretje en Kukie gaan het terrein over om te kijken of alles in orde is. Als ze bij sneeuwpop Harry aankomen horen ze iemand huilen.

“Hoor jij dat ook Knorretje?” kraait Kukie.

“Ja, wie huilt hier zo?”

“Ikke, snif, snif.”

“Wie is Ikke?” knort Knorretje.

“Ikke, Harry de sneeuwman.”

Dan zien ze Harry, hij huilt dikke tranen.

“Waarom huil je?” knort Knorretje.

“Ik voel me zo alleen, ik zou wel een vriendinnetje willen hebben.”

“Pas maar op met dat gehuil. Je tranen maken kanaaltjes op je gezicht!” kraait Kukie.

Harry stopt met huilen, want zijn gezicht wil hij toch niet kwijt.

Knorretje denkt na hoe hij dit moet oplossen, want een verdrietige sneeuwman is niet leuk. Maar hoe moet hij nu zorgen dat Harry een vriendinnetje krijgt? Om nu nog een sneeuwvrouw te maken, dat gaat niet. De boertjes zijn er niet en boer Jan en Ria wil hij nu niet storen. Hij gaat met Kukie naar Gerrit en vertelt hem over de wens van Harry. Gerrit balkt: “Ia, ia, daar moeten we wat aan doen, maar wat?”

“Kunnen we niet gaan kijken of er ergens anders een sneeuwvrouw staat?” kraait Kukie.

“Ia, ia, dat is een goed idee. Maar als we er een vinden, hoe brengen we ze dan bij elkaar?”

“Ik heb een idee,” knort Knorretje. Hij vertelt zijn plannetje aan Kukie en Gerrit. “Ia, ia, dat is een goed plan, wat ben jij toch knap Knorretje!”

Ze zijn nog even bezig in de stal en komen dan naar buiten. Achter Gerrit ligt een halve deur, met een touw sleept hij die over de sneeuw naar Harry.

“Zo Harry, hier is je slee, stap maar op dan gaan we op zoek naar een vriendinnetje,” knort Knorretje.

“Oh dat is geweldig lief. Maar hoe kom ik daar op?”

“Wij schuiven jou er voorzichtig op,” knort Knorretje. Gerrit en Knorretje duwen Harry voorzichtig met hun achterste op de deur.

Met wat sneeuw zetten ze Harry goed vast op de deur zodat hij niet omvalt. En dan gaan ze op zoek naar een vriendin voor Harry. Bij de buren zien ze geen sneeuwpop, maar wel een iglo. Die hebben Bram en Teun met hun papa gebouwd. Verderop bij de boerderij van Kees en Brechtje zien ze wel een sneeuwpop staan. “Kom op Gerrit, schiet eens op, ik denk dat ik daar mijn vriendinnetje zie staan!” zegt Harry.

Gerrit stopt, draait zijn hoofd om en balkt: “Harry pas op, ‘opschieten’ staat niet in mijn woordenboek.”

“Kom Gerrit, loop nou maar rustig door,” knort Knorretje, “Dat kan Harry toch niet weten, hij is vandaag pas geboren!”

“Ia, ia, dat is waar.”

“Hier woont mijn broer Guus, kijken of hij nog wakker is. Kukeleku, kukeleku,” kraait Kukie.

Even later horen ze “Kukeleku, kukeleku”, ben jij dat Kukie?”

De hanen geven elkaar een knuffel en Kukie vertelt Guus over sneeuwpop Harry.

“Je boft Harry, onze sneeuwpop Sjaan is nog vrij,” kraait Guus.

Als ze bij Sjaan zijn zegt Harry: “Hallo Sjaan, ik heet Harry.”

“Hallo Harry, wat ben jij mooi, groot en lekker koud!”

“Sjaan, wil jij met mij trouwen? Oh wat vind ik dit spannend, ik smelt zelfs een beetje!”

“Oh Harry, ik voel me ook een beetje smelten. Ja ik wil met je trouwen.”

Knorretje, Kukie en Gerrit glimlachen van oor tot oor. Knorretje pinkt zelfs een traantje weg en knort: “Harry wij gaan weer naar de boerderij, wat doe jij? Blijf jij hier of ga je mee?”

“Sjaan wil je dat ik blijf?”

“Ja natuurlijk moet je blijven. Voor je het weet zijn we gesmolten.”

“We komen morgen weer langs. De boertjes zullen wel willen weten waar je gebleven bent,” knort Knorretje.

Ze duwen Harry van de deur en gaan weer terug naar huis.

De volgende dag zijn de leden van de Boerderijclub al vroeg aanwezig op de Beestenboel.

“Waar is Harry?” roept Ben.

Boer Jan en Ria weten van niets.

Knorretje met Kukie op zijn rug komt snel aangelopen. Ze vertellen wat ze gisterenavond gedaan hebben. De boertjes vinden het een leuk verhaal en Nikki stelt voor om op bezoek te gaan. “Zullen we een bruidstaart maken en aan hen geven?”

Dat is een goed idee. Gerrit komt er bij, de deur wordt op de sneeuw gelegd en daarbovenop wordt de bruidstaart gemaakt. Met op de top een sneeuwvrouw en een sneeuwman. Ze gaan in optocht naar de boerderij van Kees en Brechtje. Als ze daar aankomen valt hun mond open van verbazing. Er staat niet alleen een bruidspaar, maar er staan wel tien kleine sneeuwpopjes naast hen.

“Wow, een hele sneeuwpoppenfamilie,” zegt Ben.

Erik, Peter en Bea, de kinderen van Kees en Brechtje, hebben de kleintjes gemaakt.

Dan zegt Harry: “Hallo ik wil wat zeggen voordat ik wegsmelt van plezier!” Het wordt stil.

“Sjaan, ik ken je nu al weer 15 uur en als ik naar je kijk word ik gewoon ijskoud. Ik hou van jou, zullen we nu trouwen?”

“Oh Harry, ik word ook helemaal koud van jou. Ik vind je lief en kijk eens wat een lieve kindjes we hebben. Ja ik wil nu met je trouwen.”

Boer Jan en boer Kees doen een stap naar voren,

Boer Jan zegt: “Sjaan wil jij de vrouw worden van Harry en een goede moeder zijn voor je sneeuwpoppetjes totdat jullie smelten? Wat is daarop je antwoord?”

“Ja, heel graag!”

Boer Kees zegt: “Harry wil jij de man worden van Sjaan en een goede vader zijn voor je sneeuwpoppetjes totdat jullie smelten? Wat is daarop je antwoord?”

“Ja, heel graag!”

“Dan verklaren wij jullie tot man en vrouw en papa en mama tot jullie samensmelten.

Brechtje snijdt de bruidstaart aan voor de sneeuwfamilie en voor de anderen is er chocomelk en wafels en een boterham met pindakaas voor Knorretje. En natuurlijk is er voor de andere dieren ook lekkers.

En het sneeuwgezin?

Zij leefden kort maar heel gelukkig.

 

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

 

 

 

 

 

About the author

Related Posts