De Schakel
Jeugd
Pasen op de kinderboerderij

Het is paaszaterdag 3 april.   Knorretje, Snif en Snuitje staan al een uur te wachten bij het hek. Al tien jaar komt paashaas Lepus met Pasen logeren op de kinderboerderij. Hij zorgt ervoor dat in heel Berkel-Enschot Paaseieren verstopt…

Het is paaszaterdag 3 april.

 

Knorretje, Snif en Snuitje staan al een uur te wachten bij het hek.

Al tien jaar komt paashaas Lepus met Pasen logeren op de kinderboerderij. Hij zorgt ervoor dat in heel Berkel-Enschot Paaseieren verstopt worden.

Maar Lepus is te laat!

Knorretje knort: “Snif en Snuitje, kunnen jullie eens gaan kijken waar Lepus blijft.”

Dat willen Snif en Snuitje wel. Lepus is hun grote vriend.

Knorretje blijft op de uitkijk staan. Snif en Snuitje lopen Lepus tegemoet.

Konijnen en hazen lijken wel een beetje op elkaar, maar als je goed kijkt dan zie je wel verschillen: een haas heeft grotere oren en poten, kan harder lopen en is veel groter dan een konijn.

Lepus, Snif en Snuitje zijn in al die jaren goede vrienden geworden. Met Pasen, als de kinderen komen om paaseieren te zoeken, verkleden Snif en Snuitje zich als paashaas. Lepus mag dan later op de boerderij uitslapen omdat hij heel de nacht eieren heeft verstopt.

Nu staat Knorretje alleen bij het hek. Hij kijkt naar links en kijkt naar rechts en dan nog eens naar links en… ja hoor, in de verte ziet hij een haas en twee konijnen samen iets vooruit trekken.

Als ze dichterbij komen ziet Knorretje wat er aan mankeert. De kar ligt vol met eitjes en rijdt maar op één wiel! Snif en Snuitje tillen samen de zijkant van de kar op en Lepus trekt hem vooruit.

“Heb je stukken, Lepus?” knort Knorretje.

“Ha, die Knorretje,” snift Lepus, “ja, mijn wiel is afgebroken en dan gaat het rijden moeilijk. Fijn dat Snif en Snuitje kwamen helpen.”

“Kom maar gauw naar binnen, dan zal ik boer Jan vragen of hij je kar kan maken.”

Knorretje helpt mee om de kar het erf op te krijgen. Ze lopen door tot aan de schuur waar boer Jan zijn gereedschap heeft liggen.

Dan gaan ze naar boer Jan, die net klaar is met het schoonmaken van de stallen.

“Hallo Lepus, kom je weer eieren verstoppen in het dorp?” zegt boer Jan.

“Dat is wel de bedoeling maar mijn kar is kapot. Zou jij die kunnen maken?”

Boer Jan loopt naar de kar. “Oei, dat wiel is wel erg kapot, die kan ik niet maken. Dat is werk voor een smid en daar is het nu te laat voor.”

“Dan zit ik met een probleem. Ik moet alle eieren vannacht bezorgen!”

“Je mag wel een kruiwagen van mij gebruiken.”

“Tja, er zit niets anders op,” snift Lepus. “Dan zal ik een paar keer op en neer moeten lopen, want in één kruiwagen kunnen niet zoveel eieren!”

“Oh, maar ik heb wel twee kruiwagens, als er iemand wil meehelpen?”

“Dat willen wij wel, mag dat?” sniffen Snif en Snuitje, “Wij willen graag voor echte paashaas spelen.”

“Dat is geweldig, de paashaas en twee paaskonijnen.” snift Lepus.

“Beter dan een Kerstkonijn!” snift Snuitje.

“Ja, maar wie speelt er dan morgen dan voor paashaas bij de kinderen?” knort Knorretje.

Tja, als het ene probleem wordt opgelost komt er vanzelf wel weer een ander probleem!

“Het is koffietijd, daar kunnen we de problemen bespreken,” knort Knorretje. Ria heeft al water, hooi, wortels en appeltjes klaar gezet en voor Jan en voor zichzelf een kopje koffie met een koekje.

Lepus maakt kennis met de nieuwe bewoners: Ria, Witlokje en Gerrit, zij waren er vorig jaar nog niet.

“Zo boer Jan, ik hoor dat ik je mag feliciteren. Jullie gaan trouwen! Wanneer is de bruiloft gepland?” snift Lepus.

“Als corona voorbij en de verbouwing klaar is.”

Knorretje vertelt over het wiel van de kar van Lepus. Vannacht worden twee kruiwagens gebruikt en Snif en Snuitje gaan meehelpen.

“Dan heb ik nog een vraag: Wie wil er morgen voor paashaas spelen? Snif en Snuitje moeten de hele nacht doorwerken, die kunnen morgen dus geen paashaas spelen.” knort Knorretje.

Gerrit balkt: “Ia, ia, dat wil ik wel doen.”

“Top, is er verder niemand anders? Dan zal ik zelf ook paashaas spelen,” knort Knorretje. Dat is prima geregeld. Na de pauze gaat ieder zijn taakjes doen zodat ze morgen de kinderen kunnen ontvangen. Vanaf morgen mogen er namelijk weer kinderen komen met hun ouders, maar niet langer dan twee uur en niet meer dan twintig tegelijk.

De dieren zijn blij dat er weer kinderen mogen komen. Er zijn leuke dingen te doen zoals: een kleurhoek, zandkastelen bouwen, eieren verven, rondrit met Witlokje, schminken en natuurlijk eieren zoeken.

Okkie, Tokkie en Ekkie zijn de paasslingers aan het ophangen. Kukie verstopt samen met Oink en Pinkie de eieren op het terrein. Gerrit en Knorretje gaan voor henzelf paashaasmaskers maken. Ria bereidt de chocolademelk voor en boer Jan is samen met Piepertje de borden aan het zetten waar de activiteiten op staan. Snif, Snuitje en Lepus maken de kruiwagens schoon en gaan daarna voorslapen, want zij moeten de hele nacht eieren verstoppen.

Het is negen uur. Snif, Snuitje en Lepus gaan met twee volle kruiwagens op pad. De dieren, boer Jan en Ria zwaaien hen uit. Jan en Ria drinken een kopje thee en de rest gaat slapen. Morgen wordt een zware dag, iedereen heeft er zin in.

Het is half vier ’s nachts. Knorretje droomt dat hij een groot pindakaas-ei heeft gevonden. Hij wil er net zijn tanden in zetten, als Lepus hem uit zijn droom haalt.

“Hé Knorretje, wakker worden!”

“Nee, niet wakker worden. Ik wil eerst mijn pindakaas-ei opeten, knor, knor.”

Dan doet Knorretje zijn ogen open en ziet Lepus in de stal springen.

“Lepus, wat is er aan de hand?”

“Ik ben Snif en Snuitje kwijt. Ik hoopte dat ze al weer terug op de boerderij waren, maar ze zijn er niet! Wat moet ik doen, wat moet ik doen!”

Lepus is helemaal door het dolle. Hij moet regelen dat alle eieren in Berkel-Enschot worden bezorgd. Maar waar zijn z’n maten Snif en Snuitje?

“We waren bijna klaar. We moesten nog twee wijken doen: Snif en Snuitje de Berkelse Akkers en ik Koningsoord. Als we klaar waren zouden we elkaar weer zien bij de rotonde bij de benzinepomp. Ik heb wel een half uur staan wachten, maar geen Snif en Snuitje! Nu weet ik dus niet of alle eieren zijn bezorgd.” snift hij.

Knorretje staat op, “We gaan met alle dieren zoeken. Gelukkig is het niet pikdonker, met Pasen is het altijd volle maan.”

Ze maken iedereen wakker en vertellen wat er aan de hand is.

Boer Jan en Ria laten ze met rust.

In optocht lopen ze vanuit de boerderij het dorp in. Kukie gaat bij de rotonde op wacht staan. Als Snif en Snuitje zijn gevonden moet ze dit melden bij Kukie. Hij zal dan op zijn hardst kraaien, zodat iedereen het hoort.

De dieren verspreiden zich. Knorretje gaat samen met Witlokje. Ze lopen door de Vlierlaan langs boerderij Denissen en de sportvelden richting de Druiventros. Maar nergens Snif en Snuitje! Dan knort Knorretje: “Witlokje, misschien staan ze wel op de rotonde bij de Druiventros te wachten!”

En ja hoor!

Midden op de rotonde staat een kruiwagen met daarin Snif en Snuitje, die lekker liggen te slapen.

Knorretje knort tegen Witlokje: “Loop jij snel naar Kukie en vertel dat ze gevonden zijn. Dan zorg ik er voor dat ze wakker worden en komen wij er ook aan.”

Witlokje zet het op een drafje en is zo bij Kukie. En deze morgen, heel vroeg om half vijf, kraait Kukie: “Kukeleku, kukeleku, kukeleku!”

Heel Berkel-Enschot schrikt er wakker van.

Ondertussen heeft Knorretje de paaskonijnen wakker gemaakt.

Alle dieren zijn weer op weg naar de boerderij. Snif en Snuitje hadden het niet goed begrepen.

“Tja, dat kan gebeuren,” knort Knorretje. Maar de eitjes zijn allemaal bezorgd en daar gaat het om.

De volgende dag zijn boer Jan en Ria eerder wakker dan de dieren! Die hebben zich verslapen. Zelfs Kukie heeft niet gekraaid! Dat hadden ze nog nooit meegemaakt. Dan horen ze het verhaal over Snif en Snuitje. Snel maakt Ria een gezellig paasontbijt voor iedereen. Want om negen uur komen de eerste kinderen al.

Het is een gezellig feest op de kinderboerderij met

Gerrit en Knorretje als paashaas.

De kinderen zijn blij dat ze weer mogen komen.

Ze vinden het wel raar dat de dieren heel de dag

aan het gapen zijn.

Vrolijk Pasen allemaal!

 

 

Illustraties: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

About the author

Related Posts