De Schakel
Uitgelicht
Over extreem drukke postdagen en een ontroerende fooi

Corona-crisis in Berkel-Enschot (Deel 9)   Eindelijk. Er is licht aan het einde van de tunnel. Het inenten tegen het Covid-19-virus is in volle gang. En echt waar! ‘Corona’ levert ook mooie momenten op. Zoals de oprechte waardering van de…

Corona-crisis in Berkel-Enschot (Deel 9)

 

Eindelijk. Er is licht aan het einde van de tunnel. Het inenten tegen het Covid-19-virus is in volle gang. En echt waar! ‘Corona’ levert ook mooie momenten op. Zoals de oprechte waardering van de inwoners van Berkel-Enschot voor de postbodes.

 

Het was een gebaar dat tijdens deze Corona-crisis voelde als een warm deken in een ijskoude nacht: de vele verstuurde ‘fysieke’ kerstkaarten. Voor de schrijvende postbode en zijn collega’s zorgde het in de decembermaand voor veel overwerk en –uren. Van ’s morgens vroeg tot de duisternis intrad, moesten wij in de vaak bijtende kou, gure wind en soms urenlang aanhoudende (mot)regen ons werk doen. In de week voor Kerstmis trof ik op een dinsdagochtend –voor mijn toch al grote wijk- dertien loodzware tassen aan, vol met nauwelijks te hanteren dikke bundels reguliere post en ook nog eens vijf met pakjes en pakketten in alle soorten en maten. Tussen de zeventig en tachtig!

 

Eendrachtige samenwerking

Ik kan de lezers van De Schakel geruststellen: alle vaste postbodes, tijdelijke krachten en invallers in Berkel-Enschot hebben de bijzonder drukke decembermaand overleefd. In eendrachtige samenwerking. Waar het kon hielpen we elkaar; ‘With a Little Bit Help From Our Friends’, collega’s uit omringende dorpen en gemeenten. Achteraf overheerste de voldoening hoe we de enorme operatie met de codenaam ‘Bezorging Extreem Veel ‘Corona-Post’(zelf verzonnen!) samen tot een goed einde brachten.

 

Grote opsteker en stimulans was de wijze waarop de bewoners hun waardering en medeleven toonden voor onze inzet. Zo kreeg ik van mijn ‘zwaai-vriendinnen’ van het bedrijf aan de Calenwiel een overheerlijke chocoladeletter. Een jonge vrouw in de Lupinestraat gaf mij een doosje ‘Merci’ en van een ouder echtpaar ontving ik een fraai notitieboekje. Toen moest het mooiste nog komen! Een jonge knul wilde mij in de straat Jakobsladder een fooi geven van 50 eurocent. ‘Omdat u iedere week de Donald Duck bezorgt bij ons’, zei hij daarbij een tikkeltje verlegen. U mag best weten… Ik schoot bijna vol. ‘Dat hoeft echt niet. Maar wat lief dat je aan mij gedacht hebt’, zei ik tegen de aardige jongen.

 

Corona is een rot-virus, absoluut. Omdat we er allemaal mee te maken hebben, brengt het ons wel dichter bij elkaar dan ooit. Met die mooie gedachte ben ik 2021 ingegaan. Allemaal nog de beste wensen en… hou nog even vol!

 

Tekst: Stefan Latijnhouwers

Foto: Ad Latijnhouwers

About the author

Related Posts