De Schakel
Jeugd
Ontvoering in het Knollevretersgat

Dit jaar is Roel Denissen jeugdprins. Daar is hij super blij mee. Roel zit voor de derde maal in de jeugdraad: het eerste jaar als lijfwacht, het jaar daarna als raadslid en nu jeugdprins! Dat hij jeugdprins werd mocht hij…

Dit jaar is Roel Denissen jeugdprins. Daar is hij super blij mee.

Roel zit voor de derde maal in de jeugdraad: het eerste jaar als lijfwacht, het jaar daarna als raadslid en nu jeugdprins!

Dat hij jeugdprins werd mocht hij vóór de bekendmaking tegen niemand vertellen! 

Dat was een groot geheim! Maar daarna kon hij los. 

Hij was ook heel blij met zijn adjudant Isabel. Isabel is net als Roel drie jaar lid van de jeugdraad.

Ze zijn met de jeugdraad naar Hilvarenbeek en Tilburg geweest. 

Roel spreekt dan alle carnavalsvierders toe. 

Hij doet dat uit zijn hoofd en vergist zich nooit!

In Hilvarenbeek begon hij met: “Pezerikken en Pezerinnekes, Knollevreters en Knollevreterinnekes, leuk dat we hier zijn! Alaaf!” 

Adjudant Isabel heeft als taak om aan de andere jeugdprins en adjudant een attentie te geven. 

Gisteren was het carnaval op school. Ze zijn naar alle drie de scholen geweest. 

Natuurlijk was het voor prins Roel super om op zijn basisschool Berkeloo directeur Marion toe te spreken en de polonaise in te zetten.

Adjudant Isabel mocht op haar basisschool Caecilia bij directeur Theo de carnavalsmedaille omhangen. ”Alaaf, Alaaf, Alaaf,” riep Isabel luid en zij zette dáár de polonaise in.

Roel was vrijdagavond op tijd naar bed gegaan. 

Het is zaterdag 07.00 uur. Roel is klaar wakker. Hij heeft zin in carnaval. Eindelijk is het zaterdag! Vandaag begint carnaval pas echt, vier dagen feest!

Er is afgesproken om rond 10.00 uur bij de Residentie van de Knollevreters te zijn. Deze is bij sportschool Ooms. 

Hij staat op en kleedt zich aan. Het is nog te vroeg om zijn prinsenkleren aan te trekken. Er is verder in huis nog niemand wakker. Hij eet een paar boterhammen en kijkt naar buiten, het is droog. Dan piept zijn mobiel; een appje van prins Maarten: ‘Help, we worden ontvoerd. We gaan naar een koninkrijk. Geen politie of ouders erbij!’

Roel weet dat de grote raad van Elf al in de residentie is.

Hij pakt snel zijn fiets en rijdt naar sportschool Ooms. Hij ziet nog net de bus van de Knollevreters wegrijden! Alle raadsleden en de prins zitten geblinddoekt in de bus. Hij probeert met zijn fiets de bus bij te houden, maar de bus rijdt te hard.

Hij pakt zijn mobiel en belt prins Maarten. Hij neemt niet op! Wat moet hij nu doen? Alle mensen van de Knollevreters zitten in de bus. Alleen de jeugdraad niet. Hij fietst door naar zijn adjudant Isabel om te overleggen.

Isabel zit net aan haar ontbijt als Roel binnenkomt.

Hij vertelt aan Isabel wat er gebeurd is.

Isabel zegt: “We moeten de leden van de jeugdraad bij elkaar roepen!”

Er is een groepsapp voor de jeugdraad voor noodgevallen. 

Niet iedereen heeft een mobieltje. De ouders geven het bericht dan door. 

Als bericht sturen ze: ‘Kom nu meteen naar de residentie van de grote raad in gewone kleren.’

Zelf fietsen ze daar ook heen. Als ze daar aankomen, zien ze dat de deur nog openstaat. Voorzichtig gaan Roel en Isabel naar binnen. Er is niemand aanwezig!

De leden van de jeugdraad komen een voor een binnen. Er wordt flink door elkaar gepraat.

Dan roept Isabel heel hard: “Stilte, prins Roel heeft het woord!”

Roel gaat zenuwachtig op een stoel staan en zegt: “Knollevreters en Knollevreterinnekes, leuk…” Isabel trekt aan zijn jas en schudt haar hoofd. 

Dan begint Roel opnieuw: “De grote raad van Elf is ontvoerd en we moeten iets doen, anders is er in het Knollevretersgat geen carnaval!” 

Iedereen roept nu weer door elkaar. Roel doet zijn armen omhoog en laat ze dan zakken als teken om stil te zijn.

Roel vertelt van de bus die hij gezien heeft en zegt: “We moeten eerst kijken of we hier aanwijzingen kunnen vinden wie hier achter zit en waarom ze ontvoerd zijn!” 

Iedereen kijkt rond of ze iets kunnen vinden: onder de tafels en op de kasten, in het kantoor. Iedereen is druk bezig tot Isabel roept: “Ik heb iets gevonden!” 

Ze geeft een stuk papier aan Roel. Die leest het voor: “Hier staat geschreven: ‘Wij houden niet van carnaval. Het is een feest waar wij niet bij horen. Daarom moet carnaval stoppen.’ was ondertekend door:‘de Hoodies’

Roel zegt:“ We moeten iets doen, het laatste bericht wat ik van prins Maarten kreeg was:‘Help, we worden ontvoerd we gaan naar een koninkrijk! ‘ Heeft iemand een idee wat de prins daarmee bedoeld?” Eén van de raadsleden zegt: “Hebben we hier in Berkel-Enschot een koninkrijk, en wie zijn de Hoodies?” Dan zegt iemand: ”Misschien bedoelen ze daar Koningsoord mee!” 

“Ja,” zeggen er een paar, “dat zal het zijn!”

“We fietsen naar Koningsoord en kijken daar voorzichtig rond,” zegt Roel.

Zonder lawaai te maken rijden ze naar Koningsoord, in de verte zien ze de bus al staan. Roel. Isabel en een paar raadsleden rijden naar de bus toe. 

Ze kijken eerst rond. Er zit niemand in de bus en de deur is op slot. Roel gaat terug naar zijn raad en zegt zachtjes: “We gaan ons in groepjes van twee verspreiden over het terrein en we zoeken in alle hoeken en gaten. Als je iets hebt gevonden dan stuur je een appje op de groepsapp.” 

Iedereen knikt. Ze vinden het wel spannend, maar de raad van Elf moet gevonden worden! Het carnavalsfeest moet gered worden! Isabel gaat samen met Roel op zoek. Koningsoord is een groot terrein, met ook nog heel veel nieuwbouw. 

Het is niet druk. Roel is blij, dat hij zijn prinsenpak niet heeft aangetrokken. Dan zou hij veel te veel opvallen. 

Ze lopen over de parkeerplaats naar de bibliotheek, gaan de trap op en kijken dan over de parkeerplaats of ze iets zien. Maar nee, nergens een teken van de raad van Elf te zien of te horen. Dan horen ze geluid dat uit de bibliotheek komt. Ze gaan voorzichtig naar binnen en zien daar mensen rondlopen met hoodies aan.

“Daar is iets niet pluis, dat zijn de Hoodies!” fluistert Isabel.

Roel pakt meteen zijn mobieltje en stuurt een app naar zijn raadsleden. Heel zachtjes komen ze allemaal naar de bibliotheek. Roel vertelt wat ze gezien hebben. Ze gaan voorzichtig naar binnen. Roel gaat voorop. Bij de scouts heeft hij geleerd hoe je goed moet sluipen. Als ze door de bibliotheek sluipen, horen ze stemmen die roepen: “Carnaval is voor de dommen. Met carnaval kun je niemand vertrouwen. Carnaval is niet leuk. Carnaval is alleen lawaai. Carnaval is geen feest.” 

Roel, Isabel en de raadsleden gaan voorzichtig verder.

Plotseling wordt er geroepen: “Insluipers! Neem ze gevangen. Stelletje raddraaiers!” Voordat ze het weten is de hele raad met prins en adjudant ingesloten door een stel mensen. Ze zijn allemaal gekleed in een hoodie. De gezichten zijn niet te zien. Roel stapt naar voren en zegt: “Laat onze prins en zijn raad vrij, het zijn goede mensen. Anders kan het carnaval niet doorgaan!” 

De Hoodies lachen hard: “Ha, ha, ha, ha.” 

Hun hoofdman, zegt: “Als jullie ons kunnen overtuigen dat carnaval leuk is, dan laten we iedereen gaan. Lukt dat niet dan sluiten we jullie op bij de grote raad van Elf. Jullie krijgen 15 minuten de tijd om je voor te bereiden.” 

De Hoodies gaan weg, drie van hen gaan voor het rode gordijn staan.

“Wat kunnen we in 15 minuten verzinnen?” zegt Roel. 

“De Hoodies zeggen dat carnaval voor de dommen is en niet leuk is en lawaaierig en dat je niemand kunt vertrouwen en dat het geen feest is,” zegt Isabel. Nou laten we dan bewijzen dat zij ongelijk hebben!” Dat vindt iedereen een goed idee.

Ze gaan aan de slag om een battle in elkaar te zetten. De Hoodie hoofdman komt eraan en zegt: “Uw tijd is om, het zal jullie wel niet gelukt zijn. Jammer voor jullie, geen carnaval in Berkel-Enschot, hahahaha.”

Prins Roel zegt: “Lieve Hoodies en Hoodiëinnetjes, alaaf. Wij zijn klaar voor the battle!”

Isabel is spelleidster en zegt: “Ik heb een raadsel voor jullie. U zegt: dat wij dom zijn. Los dan dit raadsel op.” 

“Ja, maar wij zijn niet dom! Roel kent dat raadsel natuurlijk al!” zegt een van de Hoodies.

“Bij carnaval moet je elkaar kunnen vertrouwen. Anders loopt het helemaal mis. Dus ik vertel nu het raadsel: Een schip ligt aan de pier. Vanaf de reling hangt een touwladder naar beneden. De onderste tree van de touwladder raakt het water. De touwladder is 30 cm breed, 270 cm lang en elke tree is 1 cm dik zit 34 cm van een andere tree vandaan. Als het vloed wordt, stijgt het water met 15 cm per uur. Hoe lang duurt het voordat het water de bovenste tree van de ladder raakt?’

De Hoodies denken diep na, je hoort hun hersenen kraken. 

Dan zegt Roel: “Ik weet het, het water zal de bovenste tree nooit raken omdat het schip met het tij mee zal stijgen.” 

“Eén punt voor Roel en nog één voor de Knollevreters, want wij zijn wél betrouwbaar.”

Dan komt de hele jeugdraad in een polonaise naar binnen en zingen zachtjes: “Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent, ben je voor het eerst hier of ben je al bekend? Stamp met je voeten, de handen in de zij, ik ben ik en wie ben jij?” Dan zingen ze het lied wat luider en daarna nog luider. Ze stappen op de Hoodies af en vragen om mee te gaan in de polonaise. Dan zingen ze op zijn hardst en alle Hoodies doen mee.” 

Dan stoppen ze en het wordt stil. 

Isabel zegt: “Lieve Knollevreters en Knollevreterinnekes, carnaval heeft gewonnen met 4-1. Wij zijn slim, erg betrouwbaar, carnaval is leuk en een feest, dus vier punten voor ons. Eén punt voor de Hoodies, want ja zonder een beetje lawaai kun je geen carnaval vieren.” 

Dan gaat het gordijn open en horen ze een applaus en gelach. Ze zien de voltallige raad van Elf met Prins Maarten d’n Irste en Adjudant Corné.

De ontvoering was door hen zelf in elkaar gezet! Er wordt gelijk een polonaise ingezet en iedereen zingt mee. De grote raad heeft de jeugdraad voor de gek gehouden, maar dát hoort óók bij carnaval.

Alaaf, Alaaf, Alaaf.

Wim Verbunt
Verhalenverteller

About the author

Related Posts