De Schakel
Jeugd
Nieuwe bewoners op de kinderboerderij

Tijdens het ommetje op de rug van Knorretje vertelt Kukie trots dat hij weer vader wordt. “Tok zit al twee weken te broeden op zeven eieren!” “Dat is goed nieuws Kukie, gefeliciteerd. Wanneer komen de kleintjes?” “Als het goed is…

Tijdens het ommetje op de rug van Knorretje vertelt Kukie trots dat hij weer vader wordt. “Tok zit al twee weken te broeden op zeven eieren!”

“Dat is goed nieuws Kukie, gefeliciteerd. Wanneer komen de kleintjes?”

“Als het goed is over één week. Ik ga het vanmiddag aan de anderen vertellen.”

Ze lopen ondertussen verder. De speeltuin is helemaal leeg: de wip, de schommels, de draaimolen en de oude glijbaan zijn allemaal weg. Volgende week komen de werklui.

“Het zal een hoop veranderingen geven,” kraait Kukie.

“Ja, dat zal het zeker. Ik zal blij zijn als alles klaar is en de kinderboerderij weer opengaat.”

Met Pasen was de kinderboerderij even open, dat was leuk. Maar nu moet er eerst gebouwd worden. Er komen nu alleen mensen met huisdieren voor het spreekuur bij dokter Ria. Maar die blijven niet lang. Dokter Ria houdt voorlopig haar spreekuur in de bijkeuken.

Ze zijn klaar met het ommetje. Kukie springt van Knorretjes rug en loopt door naar Tok. Zij is al twee weken bezig met het uitbroeden van haar eieren. Okkie en Tokkie zijn ook in het kippenhok. Tok stuurt hen net naar buiten. Ze wil rust en kakelt: “Ga ergens anders spelen en laat mij in alle rust broeden.”

Knorretje loopt door naar het kraampje. Hij kijkt of er nog genoeg groente in de kraam is. Hij ziet een doos in het kraampje staan. Dat vindt hij maar raar.

Zou er een cadeautje in zitten?

Hij tilt het deksel op en ziet een dekentje. Hij schrikt, want het dekentje beweegt! Als hij onder het dekentje kijkt ziet hij een kitten. Een mooi gestreept poesje. Op het deksel staat geschreven: ‘Willen jullie voor mijn poesje zorgen? Zij heet Titi. Kusjes Lisa’

“Nou Lisa, daar ga ik voor zorgen. Maar eerst langs dokter Ria.”

Hij zet de doos op een karretje en gaat naar dokter Ria. Bij de praktijk ziet hij dat er nog zeker vijf mensen met een dier voor hem zijn. ‘Dan ga ik straks wel ná de koffie bij Ria langs,’ denkt Knorretje.

Hij loopt met het karretje naar de varkensstal en zet de doos achter in de hoek. Daar is het altijd lekker warm.

’s Middags tijdens de koffiepauze vertelt Kukie dat Tok en hij weer kleintjes krijgen. Iedereen is blij voor hen en ook natuurlijk voor Okkie en Tokkie.

Alleen boer Jan is niet zo blij. “We kunnen er voorlopig geen dieren meer bij hebben,” moppert hij.

“Maar een paar kuikens kan toch wel?” zegt Ria.

“Ja, dat zal wel moeten. Maar na de verbouwing wil ik pas gaan uitbreiden.”

Kukie haalt opgelucht adem en kraait: “Over een week is het zover! Willen jullie voorlopig Tok met rust laten? Al die drukte van bezoek en zo dat kan ze er echt niet bij hebben.”

Ja, dat begrijpen de dieren wel.

Knorretje zit nu wel met een probleem. Hij weet dat hij nu niet met Titi aan hoeft te komen! Boer Jan was duidelijk: “Na de verbouwing mogen er pas weer dieren bij.” Wie weet brengt hij Titi naar het dierenasiel!

Knorretje denkt: ‘Als ik het eens voorzichtig tegen Ria vertel.’

Na de koffie loopt hij mee met dokter Ria.

“Ria, heb je even tijd?”

“Knorretje, voor jou altijd. Kom maar binnen.”

“Ria, ik zit met een probleem. Boer Jan zei net dat er voorlopig geen dieren meer bij mogen komen op de boerderij.”

“Ja, dat klopt. Het wordt anders veel te druk met de verbouwing. En we moeten ook zorgen dat alle dieren voldoende eten krijgen en dat kost geld! Wat is er aan de hand?”

“Er stond in het kraampje een doos met een kitten en op het deksel stond geschreven of wij voor Titi willen zorgen. Nu durf ik dit niet tegen boer Jan te zeggen.”

“Oh, dat is inderdaad wel erg vervelend. Breng Titi maar naar hier, dan kan ik kijken of ze gezond is.”

“Dat zal ik doen,” knorde Knorretje opgelucht en dacht: ‘Ze zei in ieder geval geen: nee!’

Knorretje pakt zijn karretje en loopt naar de stal. Onderweg komt hij Snif en Snuitje tegen. “Zo Knorretje, ga jij boodschappen doen?” snift Snif.

“Ja, ik ga iets halen voor dokter Ria.” Hij loopt snel door naar de stal om Titi op te halen.

Op de terugweg komt hij Snif en Snuitje weer tegen. “Knorretje wil je met ons tikkertje spelen?” snift Snuitje.

Plotseling komt er geluid uit de doos: “Miauw!”

Knorretje hoorde het ook. ‘Oh, help ik moet iets verzinnen!’

“Wat knor je Knorretje?” snift Snif.

“Uhm… MEE JOU? Natuurlijk wil ik dat.”

Snuitje snift: “Tikkie jij bent hem.” Hij tikt Knorretje, van schrik struikelt hij en valt met karretje en al om. De doos valt eraf en dan zien ze het poesje.

“Een poesje hier, dat mag toch niet van boer Jan!” snift Snif.

“Ssst, dat hoeft hij niet te weten, ik ga ermee naar Ria.”

Snif en Snuitje begrijpen het, zetten het poesje in de doos en lopen samen naar dokter Ria.

Ze ziet hen aankomen: “Zo, een hele optocht. Direct weet iedereen het van Titi!”

Ze pakt Titi voorzichtig uit de doos en zet haar op de onderzoekstafel.

“Och kijk, wat een lief klein poesje.” Ria wordt er helemaal blij van. “Ik denk dat ze net acht weken is. Ze ziet er goed uit. Knorretje je moet ervoor zorgen dat ze het lekker warm heeft met een dekentje. En geef haar speciaal kittenvoer.”

Knorretje zucht: “Ja, dat hebben we niet. Dan moeten we toch naar boer Jan.”

“Nou niet zo somber. Ik ga morgen naar het winkelcentrum en haal een paar blikjes kittenvoer. Als jij dan zorgt voor wat melk, dan komt het wel goed. Zorg vooral dat Titi niet buiten komt. Snif en Snuitje dit is ons geheimpje dus mondje dicht!”

Met zijn drieën lopen ze met Titi in de doos terug naar de stal. “Hé, waar gaan jullie naar toe?” knort Oink

“Naar de stal.” knort Knorretje.

Ze verstoppen de doos met Titi achter in de stal. Daarna gaan ze in de keuken op zoek naar melk.

Snif gaat eerst kijken of boer Jan er is. Gelukkig, de kust is veilig. Snuitje pakt een bordje en Knorretje schenkt er melk in.

Ondertussen is Oink in de stal gaan kijken. Hij is nieuwsgierig wat er in die doos zit, misschien wel iets lekkers! Hij tilt het deksel op en hup Titi springt eruit.

“Wat krijgen we nou!” knort Oink, “een poesje, ah wat lief. Poesje, poesje kom maar.”

“Wat doe jij daar!” knort Knorretje.

Titi schrikt van zoveel dieren om haar heen en loopt weg.

“Vlug, pak haar, straks ziet boer Jan haar,” snift Snuitje.

“Wat mag ik niet zien?” zegt boer Jan.

Knorretje schrikt zich een hoedje!

“Oh, niets, er valt hier niets te zien.” Knorretje wil voor Titi gaan staan, maar het is al te laat.

Boer Jan bukt en tilt Titi op. “Zo poesje, was jij je hier aan het verstoppen? Volgens mij heet jij Titi.”

“Hè, hoe weet jij dat?” knort Knorretje.

“Oh, een mevrouw belde dat Lisa, haar dochtertje, een poesje zou brengen met de naam Titi. Of wij voor haar konden zorgen.”

“Maar er was toch geen plaats voor meer dieren op de boerderij!” knort Knorretje.

“Op een boerderij hoort een poes, die loopt niet in de weg.”

Knorretje, Snif en Snuitje zijn helemaal blij dat Titi niet weg hoeft.

Kukie komt net aangelopen en hoort over de poes. “Maar dat kan zo maar niet! Een poes op de boerderij is veel te gevaarlijk voor mijn kuikens. Die eet ze allemaal op!”

“Kukie, als jij zorgt dat jouw kuikens in de ren blijven, dan letten wij op Titi.” zegt boer Jan.

‘Gelukkig,’ denkt Knorretje, ‘het komt allemaal goed. Weer iets geleerd: Eerlijk duurt het langst.

Een week later trakteert Ria op lekkers, want alle zeven kuikentjes zijn uit het ei gekropen. Voor Jan en haarzelf heeft ze beschuit met muisjes gemaakt. De dieren krijgen iets anders, die lusten geen beschuit met muisjes. Na de koffie gaan ze om beurten kijken bij moeder Tok, vader Kukie en hun kroost. De zusjes Okkie en Tokkie zorgen ervoor dat het niet te druk wordt. Boer Jan heeft extra maiskorrels bij zich voor moeder Tok.

Nieuwe geluiden op de boerderij: “Miauw” en “Piep, piep, piep.”

 

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

About the author

Related Posts

Bezorging

Patric de Brouwer
bezorging@schakel-nu.nl

Vragen/opmerking?
Neem contact met ons op