De kittens doen het goed op de boerderij. Ze zijn 6 weken oud, moeder Titi heeft het er maar druk mee. De meisjes heten Kitty en Tiny en het jongetje Lepie. Hij is naar Lepus de Paashaas genoemd, die was…

De kittens doen het goed op de boerderij. Ze zijn 6 weken oud, moeder Titi heeft het er maar druk mee. De meisjes heten Kitty en Tiny en het jongetje Lepie. Hij is naar Lepus de Paashaas genoemd, die was bij de geboorte van de drieling.

Verderop staat 7 meter boven de grond het ooievaarsnest, de drie eieren zijn uitgebroed: drie meisjes en zijn nu vier weken oud. Toen de laatste uit het ei was gekropen klapperden de ouders met hun snavel. Knorretje wist even niet wat er aan de hand was, maar toen hij op de webcam keek, zag hij dat ook het derde kuiken uit het ei was gekropen.

Het is zondag, prima weer en druk op de Beestenboel. De kinderen worden door hun ouders op de foto gezet, terwijl ze de kippen voeren of de varkens wassen. De huifkar rijdt rond over de buitenwegen van Berkel-Enschot. Witlokje en Gerrit lossen elkaar af. Bij de buren worden de schapen geschoren en de kinderen mogen de lammetjes knuffelen. Knorretje loopt met Kukie op zijn rug zijn rondje over het terrein. Zij vinden dat het allemaal goed gaat.

Plotseling gegil. Er lopen mensen naar het ooievaarsnest. “Er is een kuiken uit het nest gevallen,” roept Jimmy.

“Nee,” zegt Alex, “ik zag dat een van de ooievaars het kuiken uit het nest duwde.”

Gelukkig is het kuiken op een struik beland. Dokter Ria wordt er bij geroepen, ze ziet dat het kuiken beweegt. Ze pakt haar voorzichtig op, legt haar in een mandje en neemt haar mee naar binnen. Knorretje knort: “We zullen jullie straks laten weten hoe het met het kuiken gaat.”

Marietje zit verdrietig in een hoekje. Knorretje gaat naar haar toe. “Marietje, wat scheelt eraan?”

“Ik moet huilen om het kuiken dat uit het nest is gezet. Ik vind het gemeen als je je kind uit het nest gooit!”

“Ja dat is het zeker. Ik zal eens kijken hoe het met het kuiken is.” Even later komt Knorretje terug. “Je mag wel even komen kijken bij dokter Ria.” Marietje loopt met Knorretje naar de dierenpraktijk. “Zo Marietje, was jij geschrokken?”

“Nee ik ben boos.  Een moeder gooit toch niet zomaar een kuiken uit het nest.”

Dokter Ria knikt. “De jonge kuikens moeten heel veel eten. Als er een kuiken bij is dat zwak is, moet die meer eten en daar lijden de andere kuikens onder. Soms besluiten de ouders dan om het zwakke kuiken uit het nest te gooien. Daarmee redden ze de andere kuikens. De dierenwereld kan hard zijn. Gelukkig heeft het kuiken zich niet echt bezeerd en als je wil mag je wel helpen met voeren.”

Nou dat wil Marietje wel. “Ik noem haar Lucky, omdat ze geluk heeft gehad.” Ze gaat op zoek naar wormen en langpootmuggen.

Na een paar dagen is Lucky flink aangesterkt. ‘s Nachts wordt ze teruggezet op het nest. Gelukkig hebben de ouders Lucky geaccepteerd.

Zo gaat het leven op de Beestenboel gewoon door.

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt