De Schakel
Jeugd
Knorretje het varkentje van de kinderboerderij

Knorretje het varkentje van de kinderboerderij Knorretje is het allerliefste dier van de kinderboerderij. Hij is met iedereen dikke vriendjes. Met zijn broertjes Oink en Pinkie houdt hij altijd moddergevechten. De haan Kukie rijdt vaak op zijn rug mee voor…

Knorretje het varkentje van de kinderboerderij

Knorretje is het allerliefste dier van de kinderboerderij. Hij is met iedereen dikke vriendjes. Met zijn broertjes Oink en Pinkie houdt hij altijd moddergevechten. De haan Kukie rijdt vaak op zijn rug mee voor een ommetje rond de boerderij. Zo kan Kukie alles in de gaten houden. De kippen Tok, Hokketok en Hokketoktok spelen vaak verstoppertje met hem.

De konijntjes Snif en Snuitje spelen ‘s middags tikkertje met hem. En cavia Piepertje komt altijd ’s avonds langs. Knorretje leest dan voor uit het grote boerderijboek.

Knorretje is niet alleen lief en een grote vriend, hij is ook erg eigenwijs.

Hij is het eigenwijste dier van de kinderboerderij.

Alle varkens op de boerderij eten schillen of brokken, maar Knorretje niet.

Alle varkens drinken water uit de drinkbak, maar Knorretje niet.

Knorretje eet alleen maar boterhammen met kaas of pindakaas.

En het liefst met een schaaltje yoghurt of een kommetje verse melk.

Boer Jan van de kinderboerderij is daar helemaal niet blij mee.

Wat hij ook probeert: een lekker appeltje met een bruin plekje of schillen van een komkommer, Knorretje eet het niet op.

“Ik eet nog liever niets,” knort hij.

Knorretje wordt daardoor steeds magerder.

Boer Jan haalt er de veearts bij.

Die komt en vraagt: “Knorretje wat scheelt eraan?”

“Ik heb honger, verder niets,” knort Knorretje.

De veearts krabt achter zijn oren en zegt: “Eet dan toch een rot appeltje of schillen van een aardappel en als toetje lekkere brokken met wat water.”

Knorretje knort: “Dokter als jij dat lekker vindt, dan mag jij mijn schillen en brokken wel hebben. Dan eet ik jouw boterhammen met kaas en pindakaas wel op. En slurp ik je beker yoghurt leeg.”

De veearts schudt met zijn hoofd. Hij heeft al veel varkentjes gezien, maar een varkentje die alleen maar boterhammen met kaas en pindakaas eet en als toetje een schaaltje yoghurt opslurpt, dat heeft hij nog nooit gezien!

De veearts zegt tegen Boer Jan: “Ik zou Knorretje maar een lekkere boterham met kaas of pindakaas geven. En als toetje een schaaltje yoghurt of een kommetje melk.”

Boer Jan kan zijn oren niet geloven. “Weet u wel wat dat mij gaat kosten?”

“Jazeker, dit bezoek kost u honderd euro.”

Boer Jan wordt kwaad en jaagt de veearts weg van de boerderij.

Daarna gaat hij naar Knorretje: “Knorretje, als jij niet eet wat de pot schaft, dan ga je maar op een ander eten!”

Knorretje pakt zijn boeltje op en knort: “Nou vriendjes tot ziens. Ik kom nog wel eens langs.”

En weg gaat Knorretje, de wijde wereld in.

Haan Kukie kukelt als eerste: “Dit is een grof schandaal kukeleku! Vanaf nu kukel ik niet meer!” Haan Kukie houdt voortaan zijn snavel dicht.

De kippen Tok, Hokketok en Hokketoktok, tokken: “Wie moet er nu met ons verstoppertje spelen? Wij leggen geen eieren meer.”

De varkens Pinkie en Oink knorren: “Als ons broertje wegblijft dan eten we niet meer.”

En Cavia Piepertje piept: “Hoe moet ik nu gaan slapen, zonder verhaaltje? Ik ga alle stroomkabels doorknagen.” En zo wordt het ineens donker op de boerderij.

De konijnen Snif en Snuitje graven een gat onder het hek en gaan Knorretje achterna.

Boer Jan zit rustig de krant te lezen. Hij vindt het wel raar dat het buiten zo stil is en donker. Dan gaat ook in de boerderij de lamp uit.

Hij gaat naar buiten en kijkt wat er aan de hand is. Het is doodstil. Hij hoort geen varkentje knorren, geen cavia piepen, geen kip tokken en geen haan kukelen. En de konijnen Snif en Snuitje? Die zijn verdwenen, door een groot gat onder het hek.

Hij vindt het maar raar. Maar het is al laat en hij heeft slaap. Hij denkt: morgen zie ik wel wat er aan de hand is.

De volgende dag schrikt boer Jan wakker. Hij kijkt op zijn wekker: tien uur! Zolang heeft hij nog nooit uitgeslapen! Hij wordt altijd om zes uur gewekt door het gekraai van haan Kukie. Maar vanmorgen heeft hij Kukie niet horen kraaien! Hij rent naar buiten en ziet de dieren heel stil op een rijtje staan: Eerst Oink en Pinkie, dan Kukie, Tok, Hokketok en Hokketoktok, als laatste Piepertje. En geen Snif en Snuitje! Hij snapt er niets van.

Oink stapt naar voren en knort: “Wij zijn in staking.”

“Zijn jullie in staking? Waarom dan wel, zorg ik niet goed voor jullie? Ik geef jullie altijd lekkere schillen en brok, mais en graan voor de haan en kippen, korrels voor de cavia en hooi voor de konijnen.”

“Ja,” knort Oink.

“Zorg ik er niet voor dat alle hokken mooi schoon zijn, dat de poep opgeruimd is en de keuteltjes opgeveegd?”

“Dat klopt.” knort Pinkie.

“Wat doe ik dan fout?” vraagt de boer.

“Je hebt Knorretje laten gaan. Knorretje is mijn broer en grote vriend van alle dieren. Hij leest voor, hij speelt verstoppertje en tikkertje en haan Kukie rijdt altijd op zijn rug mee. En dat is nog niet alles! Hij troost ons als de kinderen ons hebben geplaagd. Wij missen Knorretje.”

De boer ziet dat Pinkie gelijk heeft, hij mist Knorretje ook. Knorretje maakt hem altijd aan het lachen met zijn gekke bekken.

“Jullie hebben gelijk, we gaan Knorretje zoeken.”

Alle dieren gaan ieder een kant uit.

Kukie gaat samen met boer Jan naar het oosten. Tok, Hokketok en Hokketoktok gaan naar het noorden, Piepertje naar het zuiden en Oink en Pinkie naar het westen. Maar hoe ze ook zoeken, in alle straten en hoeken, geen Knorretje en ook geen Snif en Snuitje.

‘s Avonds laat lopen ze bedroefd terug naar de boerderij.

Als ze daar aankomen, brandt er licht en is er muziek te horen.

En tot hun grote verbazing staan daar Knorretje met Snif en Snuitje.

Knorretje knort: “Het werd tijd, wij waren jullie bijna gaan zoeken.”

De boer zegt: “Knorretje het spijt me. We missen jullie. Je krijgt van mij voortaan altijd een boterham met kaas en pindakaas en een lekker schaaltje yoghurt of een kommetje melk”

Knorretje knort: “Nou boer nu moet je niet overdrijven. Wij missen jullie ook. Laten we afspreken: op zondag een boterham met kaas en pindakaas en een schaaltje yoghurt of een kommetje melk. En door de week eten we wat de pot schaft.”

“Dat is afgesproken,” zegt boer Jan.

En de dieren van de kinderboerderij gaan feesten tot laat in de avond.

En op zondag krijgt iedereen voortaan, die daar zin in heeft, een boterham met kaas en pindakaas en een schaaltje melk of yoghurt.

 

Marjolein Stok: Illustraties

Wim Verbunt: Verhalenverteller

 

About the author

Related Posts