De zomervakantie is begonnen. De boertjes van de Boerderijclub organiseren dit jaar weer speciale kampeerweken op de Beestenboel. Max, Cinthia, Tjeu en Lieke zijn deze week aan de beurt. Voor Lieke en Tjeu is het de eerste keer dat ze…

De zomervakantie is begonnen.

De boertjes van de Boerderijclub organiseren dit jaar weer speciale kampeerweken op de Beestenboel.

Max, Cinthia, Tjeu en Lieke zijn deze week aan de beurt. Voor Lieke en Tjeu is het de eerste keer dat ze op kamp gaan.

Max en Lieke hebben de oude koeienstal ingericht als slaapplaats. Daarna hebben ze de moestuin aangeharkt en de stal van Witlokje en Gerrit schoongemaakt. Tjeu en Cinthia hebben de keuken opgebouwd en eten gekookt.

Ze noemen zich: De Wolven van het Galgeven. Op hun vlag staat een wolvenkop boven een ven.

Het is avond en zitten rond de vuurkuil. Het kampvuur brandt en ze zingen keihard: “♫En het is mooi, mooi, mooi man, het leven is een groot feest♫.” En: “♫Boer Jan die heeft een boerderij, hieja, hiejaho♫.”

Boer Jan en Ria zijn er ook en zingen mee. Als ze uitgezongen zijn legt boer Jan zijn vinger op zijn mond en zegt: ”Sssst…”, iedereen is stil. “Weten jullie dat het vannacht volle maan is?”

“Dat is wel handig, volle maan, want dan is het niet zo donker, dan kan ik de WC goed vinden”, zegt Tjeu.

“Handig!” zegt boer Jan, “handig, nou ik zou vannacht voor geen goud naar buiten gaan. Want met volle maan komen de weerwolven en als die je bijten word je ook een weerwolf.”

Cinthia lacht en zegt: “Wij zijn de wolven van het Galgeven, wij zijn van niemand bang.”

“Wij lusten ze rauw”, zegt Lieke.

Wat Lieke en Tjeu niet weten is dat boer Jan met Knorretje, Pinkie en Oink heeft afgesproken om vannacht te gaan spoken. Dat kan nog leuk worden. Elk jaar worden de nieuwe boertjes, aan het schrikken gemaakt, ‘ontgroenen’ noemen ze dat.

Als de boertjes willen gaan slapen zegt Tjeu: “Moeten we ons niet beschermen tegen de weerwolven?”

Lieke schudt haar hoofd. “Weerwolven bestaan toch niet.”

Max en Cinthia halen hun schouders op, zij weten dat er vannacht gespookt gaat worden.

“Ja maar als ze nu wel bestaan, het is vanavond volle maan!”, zegt Tjeu.

“Als jij je wil beschermen tegen de weerwolven, doe dat dan samen met Lieke, dan kunnen wij gaan slapen”, zegt Max en geeft Cinthia een knipoog.

Even later zijn Tjeu en Lieke met emmers en touwen bezig. Als ze klaar zijn gaan ze slapen.

Midden in de nacht staan Knorretje, Oink en Pinkie bij de stal klaar om de boertjes flink aan het schrikken te maken. Ze zijn verkleed als weerwolf en maken met potten en pannen een hoop lawaai en roepen: “Het is volle maan, wij komen jullie halen, wij zijn de weerwolven.” Als ze de staldeur opendoen valt er een emmer met water over hen heen en daarna schiet er een zak met meel open. Voor ze het weten zijn de zogenaamde weerwolven helemaal wit. De boertjes komen kijken wat er aan de hand is. Als ze de witte varkens zien, liggen ze krom van het lachen en de varkens lachen vrolijk mee.

Dit gaat een leuke kampweek worden!

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt