De Schakel
Jeugd
Hoe Prinses Suus d’n Irste het feest in Knollevretersgat redt

Voor 2020 wilde Suus maar één ding: Jeugdprinses worden van De Knollevreters.  Voor de prins/prinses verkiezing maakte ze een fotoslinger van 44 foto’s, omdat de Knollevreters 44 jaar bestaan. Een foto in het zwembad, in de regen, met mama, op…

Voor 2020 wilde Suus maar één ding: Jeugdprinses worden van De Knollevreters. 

Voor de prins/prinses verkiezing maakte ze een fotoslinger van 44 foto’s, omdat de Knollevreters 44 jaar bestaan. Een foto in het zwembad, in de regen, met mama, op vakantie, slapend, met duikbril, op de kermis, bij de City Run en ga zo maar door. En op iedere foto draagt ze de blauw-gele sjaal. Zo wilde ze aan iedereen laten zien, dat zij alle dagen aan carnaval denkt. En Suus werd gekozen als Jeugdprinses van de Knollevreters. 

Prinses Suus met haar Adjudant Thijs hebben niet stilgezeten. Ze zijn met hun raad op bezoek geweest bij verschillende carnavalsfeesten, zoals de Tutefluiters, de Vattebieren en de Pezerikken. 

Omdat Knollevretersgat 44 jaar bestaat, werd er een grote feesttent op het Wilhelminaplantsoen gezet. Daar was het drie dagen feest. 

Op zaterdag ontving Prinses Suus met haar raad twaalf jeugdraden! 

Door dit feest stond heel Knollevretersgat vier weken vóór carnaval al op zijn kop. 

Het feestweekend was een daverend succes: heel veel feestende mensen die veel gezelligheid meebrachten. Ook de optredens van de artiesten waren super. 

Het weekend was leuk maar ook vermoeiend. Daarom nam Suus haar rust momenten. Gelukkig heeft ze een top conditie. Suus doet aan hockey en hardlopen. 

Haar collega Prins Jos wandelt graag, speelt bij de harmonie en is een echte carnavalsvierder. Zijn conditie is niet zo goed. Na het feestweekend moest hij op adem komen. Suus had gezien, dat Jos het zwaar had tijdens het feest. 

Maandag na het feest nam Prins Jos even een time-out met zijn knuffel Lovin. 

Op dinsdag belde Suus hem: “Prins Jos, heb je zin om met mij te gaan hardlopen? Dat is goed voor je conditie. Carnaval komt eraan en dan moeten we super fit zijn!” 

“Nou Suus, ik heb eigenlijk geen tijd, ik heb nog zoveel te doen!” 

“Het kost je maar een kwartier, dat heb je toch wel?” 

Jos had eigenlijk geen zin, maar tegen Prinses Suus kon hij geen nee zeggen. Dus spraken ze af om een stukje te gaan hardlopen. De volgende dag gingen ze samen de eerste training doen. 

Suus legde uit, dat het niet verstandig is om gelijk een heel kwartier hard te lopen. “Eerst een minuutje wandelen, dan twee minuten dribbelen, dan weer een minuut wandelen, totdat je een kwartier bezig bent.” 

Dat moest volgens Jos geen probleem zijn. Toen het kwartier om was kreeg Suus de slappe lach. Ze zei: “Ik dacht dat er hier geen verkeerslichten waren, maar ik zie nu toch duidelijk een stoplicht!” 

Prins Jos had namelijk een rood hoofd gekregen van de inspanning. “Als we dit nu om de dag een kwartiertje doen, dan hebben we met carnaval een topconditie!” zegt Suus. 

Toen de ademhaling van Jos weer een beetje normaal was, zei hij: “Misschien is dat wel een verstandig idee. Om de dag een kwartier dat moet wel kunnen.” 

Zo spraken ze het af. Als het kan gaan ze samen en anders alleen. 

Dan is het carnaval. 

Op vrijdag gaan ze in een grote polonaise langs de basisscholen: Berkeloo, Rennevoirt en natuurlijk haar eigen school Sint Caecilia. 

Samen met juffrouw Marjolein lopen ze vooraan in de polonaise. Regelmatig neemt Suus een slokje water uit de fles om haar keel te smeren. De conditie is nog steeds prima, ook die van Prins Jos. Jos heeft wel niet om de dag getraind, maar de intentie was er wel! 

Onder het hossen zegt Jos: “Suus, dat hebben we toch maar goed gedaan, die conditietraining! Ik denk dat ik er mee doorga!” 

Suus steekt haar duim omhoog. 

Morgen is het de optocht, ze heeft er zin in. 

Het is zaterdag en de optocht staat op het programma. Suus is vroeg opgestaan en heeft zich al helemaal aangekleed als prinses. Dan gaat haar mobiel. Het is Bettine: “Hoi Suus, we zitten met een probleem. Prins Jos en ook zijn adjudant Vincent zijn hun stem kwijt!” 

Suus wil nog een grapje maken, maar ze ziet de ernst van het probleem. 

“Jos en Vincent zijn naar de huisartsenpost. Ze hopen snel terug te zijn met medicijnen. Maar houd er rekening mee dat jij misschien de burgemeester moet ontvangen en iedereen moet toespreken!” 

Oei, dat is voor Suus toch eigenlijk wel 11 jaar te vroeg! Ze zegt dapper: “Wat moet, dat moet.” 

Suus staat te shaken op haar benen als ze haar mobieltje weglegt. Haar vader, Maurice ziet dat het niet goed gaat met Suus. “Suus, wat is er aan de hand?” 

Suus vertelt van het telefoontje van Bettine. Ze vindt zichzelf nog te jong om de Knollevreters toe te spreken en de burgemeester te ontvangen. 

“Papa, toen we in Mallorca woonden had ik ook last van mijn keel en was ik mijn stem kwijt. Ik heb toen Spaanse honing ingenomen met warme thee en mijn stem kwam weer terug!” 

“Ja, dat weet ik nog wel. Die honing hebben ze alleen in de Spaanse winkel.” Hij kijkt op zijn mobieltje en zegt: “Er is er een in Den Bosch!” 

Ze stappen in de auto en rijden naar Den Bosch, over de N65. “Pap, je rijdt te hard!” 

“Wij hebben haast, anders zijn we nooit op tijd om het Carnavalsfeest te redden!” 

Even later rijdt er twee motoragenten langs hun auto. 

Suus roept: “Oh nee, ook dat nog!” 

Een van hen gebaart dat ze naar de kant moeten. 

Maurice doet zijn raampje omlaag. Een motoragent loopt naar hen toe: “Jullie hebben nogal haast!” 

Voordat Maurice iets kon zeggen, roept Suus: ”Agent, wij moeten het feest van de Knollevreters redden!” Ze vertelt de agent wat er aan de hand is. 

“Nou, Koninklijke hoogheid, dan ga ik even overleggen met mijn collega.” Hij gaat druk in gesprek met de andere agent. En komt dan naar hen terug. “Wij gaan jullie een handje helpen.” Hij zet een zwaailicht op hun auto. “Waar moeten jullie naar toe?” 

“Naar de Vughterstraat in Den Bosch.” 

“Zet je alarmlichten aan en volg ons maar!” 

De agenten zetten hun blauwe zwaailichten en sirene aan en rijden in volle vaart de weg op. De auto met Suus en Maurice er achteraan. 

Iedereen stopt voor hen en ze rijden door een hele hoop rode verkeerslichten. 

Dat vinden Suus en haar vader super spannend. In no time zijn ze bij de Spaanse winkel. 

De agent pakt het zwaailicht van hun auto. En Suus stapt uit en geeft de beide agenten een eremedaille van de Knollevreters. Zij steken hun hand op: “Fijne carnaval en succes!” en rijden weg. 

De Spaanse Winkel is nog gesloten! Maurice probeert met zijn mobiel de eigenaar te bereiken. Ondertussen klopt Suus hard op de deur. Boven gaat een raam open en een mevrouw roept kwaad: “Que pasa” 

“Mevrouw, onze prins is zijn stem kwijt en we willen eucalyptus honing kopen voor zijn keel!” 

“¡Que!” 

Gelukkig kent Suus Spaans, ze heeft drie jaar in Mallorca gewoond. Ze roept: “¡Señora, nuestro príncipe ha perdido la voz y queremos comprar miel de eucalipto para su garganta!” 

De señora doet het raam dicht en komt naar beneden. 

Ze laat Suus en Maurice binnen. Suus legt nog een keer uit wat ze wil hebben. Si, eucalyptus honing hebben ze wel. Maar als je goede wilt hebben voor je keel, dan moet je er verse Spaanse peper bij doen. Ze pakt een potje honing en een Spaanse peper. De Spaanse peper maakt ze helemaal fijn en mengt die met de honing. Ze adviseert het op te drinken met gemberthee. Ze geeft het mengsel aan Suus: ”Entonces eso servirá.” 

Suus zegt: “Gracias.” 

Als dank geeft ze haar ook een eremedaille van de Knollevreters. Vlug stappen ze in de auto op weg naar Knollevretersgat. Ze rijden meteen door naar de residentie van Prins Jos. Daar zien ze de prins en adjudant zitten. Ze waren niet in een vrolijke stemming. De dokter heeft hun twee dagen rust voorgeschreven! 

Suus gaat naar Jos toe en zegt: “Hier een Spaans middeltje vers voor u gemaakt hoogheid. Het duurt even voordat het werkt. Maar werken doet het!” 

Vincent en Jos doen flink wat honing in hun thee en drinken het langzaam op. Het hoofd van Jos wordt weer een stoplicht! Ze zullen nog zeker een uur niets kunnen zeggen. Ondertussen is iedereen bezig om zich klaar te maken voor de optocht. Prinses Suus gaat samen met Prins Jos en de raad op de prinsenwagen. De blaaskapel gaat spelen en het ziet er gezellig uit. Alleen Prins Jos en adjudant Vincent hebben hun sjaal voor hun mond gedaan. Ze nemen wel allebei telkens een slokje thee met honing, die heet is heel heet is. De damp slaat van hun gezichten! 

De burgemeester staat inmiddels klaar om de sleutel te gaan overhandigen. Gelukkig heeft Suus alles onder controle. Ze pakt de microfoon en begint: “Knollevreters en Knollevreterinnekes, vier en veertig maal Alaaf. Wij hebben jullie hulp nodig, want onze Prins Jos d’n Irste en zijn adjudant Vincent zijn hun stem kwijt. We zullen moeten gaan zoeken.” 

Zo probeert Suus een beetje tijd te rekken, zodat de stem van Jos weer op sterkte komt. De blaaskapel zet ‘Links-Rechts’ in van de Snollebollekes en iedereen springt, danst en zoekt mee. Als de muziek afgelopen is, pakt Prinses Suus de microfoon weer. En roept: “Alaaf, ik geef nu graag het woord aan Prins Jos d’n Irste. Zijn stem is teruggevonden, hij lag in een glas bier!” 

En ja hoor, de stem van Prins Jos is er weer. Nog een beetje hees, maar verstaanbaar en vol leut. Voor hij de burgemeester toespreekt, roept hij prinses Suus en haar vader Maurice naar voren. Zij krijgen een medaille van verdiensten voor de wonderbaarlijke stemgenezing. Na een driewerf Alaaf, krijgt eindelijk de burgemeester het woord. En carnaval 2020 bij de Knollevreters kan beginnen. 

Fijne carnaval en nogmaals Alaaf, Alaaf Alaaf! 

Foto’s: Facebook site Knollevretersgat 
Ramon en Wendy 

Wim Verbunt 
Verhalenverteller 

About the author

Related Posts