De Schakel
Jeugd
Het kerstverhaal van ezel Koen

Een leesverhaal voor de JEUGD van 5-6 jaar Koen gaat naar basisschool Sint Caecilia en zit in groep 2a bij juffrouw Lilijan. Vandaag heeft de juffrouw aan de kleuters verteld, dat ze een kerstspel gaan opvoeren. Ze hebben nog een maand…

Een leesverhaal voor de JEUGD van 5-6 jaar

Koen gaat naar basisschool Sint Caecilia en zit in groep 2a bij juffrouw Lilijan.

Vandaag heeft de juffrouw aan de kleuters verteld, dat ze een kerstspel gaan opvoeren. Ze hebben nog een maand om te repeteren.

Als mama ’s middags aan de poort staat, komt Koen boos naar buiten. Hij huilt.

Hij vertelt dat hij ezel is in het kerstspel. Hij wil helemaal geen ezel zijn. Hij vindt engel veel leuker. Mama probeert hem te troosten, maar dat lukt niet echt.

De volgende dag wil Koen niet naar school. 

Papa zegt: “Kom op jongen, juffrouw Lilijan wacht op jou en jullie hebben vandaag gym. Dat vind je toch leuk!” 

Koen pakt met tegenzin zijn rugzak en stapt bij papa achter op de fiets. Als hij bij school aankomt, ziet Koen Ruben. Hij springt van papa’s fiets en is helemaal vergeten dat hij vandaag eigenlijk helemaal niet naar school wil. Koen rent naar Ruben zegt: “Tikkie jij bent hem,” en rent weg. Ruben loopt achter hem aan.

‘s Middags gaan ze oefenen voor het kerstspel. Juffrouw Lilijan heeft uitgelegd wat iedereen moet doen.

De juffrouw vertelt het verhaal en soms moet Jozef of Maria of Ruben als herder iets zeggen. Als het kindje geboren is, wordt er een pop in de kribbe gelegd en dan moet Koen “ia, ia,” zeggen. Maar Koen zegt niets. De juffrouw zegt: “Koen, ik hoor je niet. Heb je last van je keel?” 

Koen kucht en zegt: “Ja.” 

Het verhaal gaat verder. De engeltjes komen en zeggen: “Er is een koning geboren in een stal! Kom maar kijken.” 

De herders komen kijken en later komen de drie koningen ook nog langs. Maar Koen zegt helemaal niets. Hij was zo graag engeltje geweest. Daarna zingen ze nog ‘De herdertjes lagen bij nachten.’ 

In de pauze zegt Ruben: “Koen vind jij het niet leuk om ezel te zijn?” 

“Nee, ik was veel liever engel.”

“Ezel is toch ook leuk! Dan ben je heel de tijd op het toneel!”

Koen trekt zijn schouders op en zegt: “En toch was ik liever engel.”

De volgende dag vertelt Marieke in de klas dat er een broertje bij hen geboren is. Mama is nog in het ziekenhuis samen met Thomas, haar nieuwe broertje.

Ze trakteert op kleine beschuitjes met blauwe muisjes.

Alle kleuters gaan kleuren. De oudere kleuters krijgen een kersttekening die ze moeten inkleuren, mooi binnen de lijntjes. De juffrouw zegt er bij dat het heel mooi moet worden, want dit zijn de uitnodigingen voor de ouders en opa’s en oma’s. Elke kleuter krijgt 4 tekeningen om in te kleuren.

Ruben zegt: “Hey Koen, jij staat er ook op!” 

Koen moet er niet om lachen. Koen kan heel goed kleuren. Hij kleurt Jozef en Maria en het kindje Jezus heel mooi in, maar de ezel krijgt geen kleur. Als juffrouw Lilijan komt kijken zegt ze: “Koen, wat kun jij toch mooi kleuren, maar de ezel heeft nog geen kleurtje!” 

“Ik wil helemaal de ezel niet spelen, ik was veel liever engeltje geweest!” 

“Maar Koen, de ezel is heel belangrijk in het verhaal. Maria rijdt op zijn rug naar Bethlehem. Als het kindje Jezus geboren is, verwarmt de ezel het kindje met zijn adem.” 

Koen haalt zijn schouders op, maar stiekem voelt hij zich nu toch wel belangrijk. Hij kleurt de ezel mooi grijs. 

De kleuters hebben de laatste dagen veel gerepeteerd. Koen zegt nu, als het kindje Jezus in de kribbe gelegd wordt, heel lief: “Ia, ia.”

Nog 4 dagen en dan is het zondag 24 december: de dag waarop het kerstspel wordt opgevoerd. Vandaag komt de moeder van Marieke langs met Thomas. Iedereen die wil mag Thomas heel even vasthouden. Koen vindt het wel leuk, maar hij hoeft Thomas niet op schoot.

Als Thomas met zijn mama naar huis zijn, zegt Juffrouw Lilijan: “We hebben met de mama van Thomas afgesproken dat Thomas met het kerstspel kindje Jezus mag spelen! Dat komt mooi uit want Marieke speelt Maria.”

Nou, dat vindt Koen wel leuk. Hij is nu super blij dat hij ezel is.

Thuis heeft mama een ezel-pak voor Koen gemaakt, Koen heeft gevraagd of mama er wat belletjes aan wil naaien.

Het is zondagmiddag en het kerstspel begint. De speelzaal zit vol met papa’s, mama’s, opa’s en oma’s. Het is heel stil. De juffrouw begint te vertellen en de kinderen beelden het verhaal uit.

Dan komt het moment dat kindje Jezus wordt geboren. De moeder van Thomas is verkleed als engel en legt Thomas voorzichtig in de kribbe. Koen roept heel vriendelijk, maar wel erg hard: “Ia, ia!” Thomas begint meteen te huilen. “Oei,” denkt Koen en Maria kijkt boos naar de ezel. Maar Koen schudt met zijn hoofd zodat de belletjes klingelen en zegt dan nog eens heel zachtjes: “Ia, ia.” Thomas is meteen stil en kijkt met verbaasde oogjes naar de ezel. Maria steekt haar duim omhoog en lacht. Koen trekt gekke bekken en knipoogt en Thomas begint zelfs te lachen. Het kerstverhaal gaat verder, maar Koen hoort er helemaal niets van. Hij kijkt alleen maar naar Thomas. Dan is het afgelopen en wordt er hard geklapt door alle mensen. Koen schrikt ervan en begrijpt dat het kerstverhaal is afgelopen. De moeder van Marieke pakt Thomas uit de kribbe, legt hem bij Koen in de armen en zegt: “Als ik nog een oppas moet hebben dan vraag ik jou.” 

Koen zegt heel braaf: “Ia, ia.” 

De hele klas moet er om lachen en het publiek geeft nog een extra applaus voor de ezel.

Koen vindt zichzelf de gelukkigste ezel van heel de wereld. “Ia, ia.”

Een verzonnen verhaal door Wim Verbunt
Verhalenverteller

About the author

Related Posts