Het is herfst. Het regent en overal liggen bladeren. Maar dat vindt Knorretje niet erg, want hij is jarig vandaag, jippie! Hij gaat naar de ren van de kippen en knort: “Hey Kukie, ga je met me mee voor een…

Het is herfst. Het regent en overal liggen bladeren. Maar dat vindt Knorretje niet erg, want hij is jarig vandaag, jippie! Hij gaat naar de ren van de kippen en knort: “Hey Kukie, ga je met me mee voor een rondje over het erf?” “Nee, vandaag niet, veel te slecht weer.” “Dan ga ik wel alleen.”  Dit viel hem wel tegen. Het is vandaag nog wel zijn verjaardag. Hij loopt naar Oink en Pinkie, die weten wel dat hij jarig is. Maar zijn broers maken ruzie om een appel. “Die appel is van mij, ik had hem het eerste gezien,” knort Oink. “Nee, die appel had ik gisteren al gevonden,” knort Pinkie.

“Kan ik jullie helpen?” knort Knorretje. “Wie mag de appel opeten?” knort Pinkie. “Als ik de appel door de helft doe, dan heeft iedereen wat.” Dat vinden ze goed. Knorretje hapt de appel doormidden. “Dat is niet eerlijk, nou heb je een stuk van onze appel op en Oink heeft een grotere helft dan ik.” En de ruzie gaat weer verder.

Knorretje loopt naar zijn vriend Piepertje. “Ga jij bij mij op mijn rug een rondje lopen over het erf?” “Dat wil ik wel, maar ik voel me niet zo lekker, ik denk dat ik iets verkeerds heb gegeten.” Hij loopt door naar Ria. Zonder te kloppen loopt hij de praktijk van Ria binnen. “Stop Knorretje, weet je wel wat voor dag het vandaag is?” Knorretje wil net knorren dat hij jarig is, maar Ria zegt: “Het is de eerste dinsdag van de maand en dan dweilen we alle vloeren en nu kom jij met je modderpoten binnen gestapt! Eruit, ga maar ergens anders de boel vuil maken.” Knorretje wordt nu toch wel een beetje boos.

Buiten ziet hij Witlokje en Gerrit boer Jan helpen om de tractor uit de modder te trekken. “Kan ik meehelpen?” knort Knorretje. “Natuurlijk, hier trek maar mee aan het touw,” zegt Jan. Als ze samen trekken komt de tractor langzaam los. Knorretje trekt zo hard dat het touw breekt en valt met zijn snuit in de modder.” “Wat is dat nou,” zegt boer Jan, “zijn wij hard aan het werk en ga jij lekker in de modder spelen.” Knorretje wordt kwaad en zegt: “Het is mijn verjaardag vandaag en iedereen heeft de herfst in z’n bol en ik heb er geen zin meer in.” Knorretje loopt kwaad weg. Als hij de hoek omgaat wordt hij natgespoten door Oink en Pinkie.

Nu wordt hij echt kwaad en rent naar zijn hok. Maar dat is op slot! Er hangt een briefje: ‘Fe sleutel ligt in de paardenstal.’ In de stal is het pikdonker. Dan gaat opeens het licht aan en staan daar de boertjes, boer Jan en Ria en alle dieren van de Beestenboel en ze roepen allemaal: “Herfst verrassing!” en zingen: ”Lang zal Knorretje leven.” “Hou daar mee op! Jullie hebben mij de hele dag voor de gek gehouden,” knort Knorretje kwaad. “Weten jullie je wat ik daarvan vind?” Oei, nu wordt iedereen stil. “Ik vind het heel…….geweldig, leuk zo’n herfst verrassing.”

En zo wordt het toch nog een leuke verjaardag voor Knorretje.

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt