Het is zaterdag 21 juni, de dag waarop Ria en boer Jan gaan trouwen. De dieren van de Beestenboel hebben prima geslapen in de stal van boer August. August is al op weg naar de trouwerij. Hij trekt een karretje…

Het is zaterdag 21 juni, de dag waarop Ria en boer Jan gaan trouwen.

De dieren van de Beestenboel hebben prima geslapen in de stal van boer August.

August is al op weg naar de trouwerij. Hij trekt een karretje achter zich aan met een grote doos en daar overheen een doek.

‘Dag August wat ben je vroeg,’ zegt Ria.

’Ik moet dit bij jullie afleveren van de Beestenboel.’

‘Oh wat leuk, dan haal ik Jan even.’ Ria loopt snel naar binnen.

Boer August zet bij het karretje twee stoelen klaar.

Als Ria en Jan zitten, haalt August de doek eraf. Het lijkt op een televisie.

‘Jee wat leuk Jan, een beeldgesprek met de Beestenboel,’ zegt Ria.

‘August, moet er geen stekker in het stopcontact?’ vraagt Jan.

‘Nee, dat is niet nodig, deze is draadloos.’ Hij veegt het zweet van zijn voorhoofd. ‘Geacht toekomstig bruidspaar,’ zegt boer August plechtig, ‘ik heb hier beeld vanuit de Beestenboel, zij willen jullie iets zeggen.’

Het scherm klapt open en ze zien Knorretje en Kukie in levende lijve!

‘Zo Ria en Jan, zouden jullie willen trouwen zonder ons!? Het is een grof schandaal. Wat hebben jullie hierop te zeggen?’

‘Knorretje en Kukie! Hoe komen jullie hier?!’ roepen Ria en Jan tegelijk.

Knorretje stapt uit de doos en Kukie fladdert op zijn rug. ‘Kukeleku,’ kraait Kukie, ‘wij zijn hier niet met zijn tweeën maar met een heleboel’.

‘Tuut, tuut,’ horen ze achter hun rug en als Ria en Jan zich omdraaien zien ze de Pipowagen met alle dieren van de Beestenboel.

‘Geweldig,’ roept boer Jan, ‘Ik dacht al, waar blijven ze toch?’

‘Hoezo, had je ons dan verwacht?’ knort Knorretje.

‘Ja natuurlijk, kijk maar.’ Hij laat een zak boterhammen zien. ‘Ik had de boterhammen met pindakaas al klaar liggen. Ik wist wel dat jullie wel een plannetje zouden bedenken om hier te komen. Maar met een Pipowagen, nee dat had ik niet verwacht.’ Ze geven elkaar een high five.

‘We moeten ons nog verkleden,’ zegt Ria en gaat samen met Jan naar binnen.

De dieren van de Beestenboel en boer Kees laten zich rondleiden door Gerrit.

Gerrit heeft hier altijd gewoond.

Sikkie de bok begroet Gerrit: ‘En Gerrit, loop jij nog steeds niet door, mè-mè-mè?’

‘Ia, ia, wacht maar af Sikkie.’ Hij balkt zachtjes: ‘Hij was altijd de grootste pestkop.’

Angela, de zus van Ria loopt naar Knorretje en zegt: ‘We hebben een probleem, Drikus het paard loopt sinds gisteren mank. Jan heeft nu geen paard om op te rijden. Knorretje kun jij hem helpen?’

Knorretje denkt na en knort: ‘Hebben jullie geen geitenkar? Dan kan Sikkie ervoor, dat zou prachtig zijn.’

‘Mè-mè-mè, ik ga geen kar trekken,’ mekkert Sikkie, ‘ik ben geen trekgeit.’

‘Oh, maar ik wil Jan wel rijden, ik heb zelfs met Sinterklaas over de daken gereden, ia-ia,’ balkt Gerrit.

‘Mè-mè-mè, heeft Sinterklaas op jouw rug gereden?’ mekkert Sikkie.

‘Oh, dat is een fantastisch idee Gerrit,’ zegt Angela.

‘s Middags rijdt Ria op paard Witlokje en Jan op ezel Gerrit het erf op.

De Beestenboel vindt dat Ria de knapste bruid van de wereld is.

Als ze het ja-woord aan elkaar geven wordt het stil en iedereen hoort:

‘JA, IK WIL!’

Dan klinkt er uit alle kelen luid: ‘Yeahhh’

Het werd een prachtig feest.

’s Avonds bij het weggaan zeiden de Brabanders: ‘Houdoe’ en de Groningers: ‘Moi’.