De Schakel
Jeugd
De Zeepbel

De Zeepbel, een spannend leesverhaal voor kinderen vanaf groep 3-4. In Boomhut 13 wonen: Babette, Irma, Hanneke, Pleun en Maarten. Maarten stapt zingend Boomhut 13 binnen. “Wat ben jij vrolijk!” zegt Pleun. “Ik heb een leuk idee voor het Weekfeest…

De Zeepbel, een spannend leesverhaal voor kinderen vanaf groep 3-4.

In Boomhut 13 wonen: Babette, Irma, Hanneke, Pleun en Maarten.

Maarten stapt zingend Boomhut 13 binnen. “Wat ben jij vrolijk!” zegt Pleun.

“Ik heb een leuk idee voor het Weekfeest van morgen.” zegt Maarten.

“Wat ga je dan doen?” vraagt Babette.

“Dat zie je morgen wel bij de Grote Eik.”

De volgende dag luidt prinses Caitlin de klok: “Bim-bam-bom.” 

Alle kinderen gaan naar de Grote Eik. Er staat een podium en het is mooi versierd met lampionnen en slingers. Deze keer heeft Boomhut 3 voor de versiering gezorgd en de kinderen van Boomhut 1 voor ranja en hapjes.

De avond begint met het lied van het Stralende Woud:

 “Wij zijn de kinderen van het Stralende Woud, we hebben het niet warm we hebben het niet koud, wij maken plezier en wonen in bomen, iedereen die wil die mag bij ons komen, kom er maar bij want jij hoort erbij.”

Daarna treedt Boomhut 8 op met “Ushuaia”,een liedje van K3, met een dansje.Dit lied hoort helemaal bij het Stralende Woud. Het gaat over een land waar kinderen spelen en alles delen. 

Dan is Boomhut 9 aan de beurt met een dansje. Boomhut 11 doet iets met acrobatiek. Het is allemaal prachtig. Iedereen vindt het leuk! Er wordt hard geklapt en er worden high fives en boxen uitgedeeld.

Na de pauze is Maarten aan de beurt. Hij heeft een hoepel en een grote bak met zeepsop. De kinderen roepen:  “Dat wordt een zeepbellen feest!” 

Maarten vraagt of iedereen heel stil wil zijn. Iedereen roept: “sssssst,” en het wordt heel stil!

Dan zegt Maarten: “Ik kan een hele grote zeepbel maken waar ik zelf in pas. Deze zeepbel kan de lucht invliegen met mij erbij. En als ik naar beneden wil maak ik de zeepbel gewoon kapot!”

Oh, dat hadden de kinderen nog nooit gezien, het is muisstil. “Als ik in de zeepbel sta, willen jullie mij dan hard naar de open plek blazen?” 

Ze roepen allen: “Jaaa!” 

Prinses Caitlin vraagt: “Is het niet gevaarlijk Maarten?”

“Nee hoor, het waait niet. Dan gaat de zeepbel maar een meter van de grond.”

Maarten gaat in het midden voor de kinderen staan, hij doet zijn schoenen en sokken uit en stapt in de bak met zeepsop. De grote hoepel gaat naar beneden in het zeepsop en dan omhoog en “Ploep!” 

Maarten staat in de zeepbel. De kinderen klappen in de handen en gaan blazen, “Fffft, Ffffft, Fffft.”  

De zeepbel met Maarten erin gaat iets omhoog en vliegt naar de open plek. En dan: “Flats,” de zeepbel spat uit elkaar en Maarten staat weer op de grond. Wow, dat is gaaf! Iedereen klapt voor Maarten.

Het feest gaat verder met dansjes, hapjes en ranja. 

Tijdens het feest loopt Hanneke naar Maarten en vraagt: “Mag ik de truc met de zeepbel ook eens proberen?” 

“Nee, dat is te gevaarlijk. Want alleen ik weet hoe de zeepbel stuk gaat, en dat gaat nog niet altijd goed.” 

Hanneke vindt het jammer en ook stom dat zij niet in de zeepbel mag zitten. Ze loopt naar Babette en zegt: “Ik heb een plannetje. Als iedereen slaapt dan maken wij een zeepbel en dan gaan wij samen vliegen!” 

“Oei,” zegt Babette, “vindt Maarten dat wel goed en kan er niets gebeuren?”

“Maarten wil niet dat wij er aan komen!” zegt Hanneke, “maar als Maarten het kan, dan kunnen wij dat toch ook!” 

Als het Weekfeest afgelopen is, gaat iedereen naar zijn eigen boomhut. Een uurtje later ligt iedereen lekker te slapen, behalve Hanneke en Babette. Die zijn nog wakker. Ze gaan stiekem naar het zeepsop en de hoepel van Maarten.

“We maken een hele grote zeepbel waar we met zijn tweeën in kunnen,” zegt Hanneke. 

“Ja,” zegt Babette, “dat is een goed idee. Maar dan moeten we wel sterker zeepsop maken!” 

Hanneke pakt de fles met zeepsop en gooit alles in de grote bak. “Is dat niet een beetje te veel!?” zegt Babette.

Hanneke haalt haar schouders op, doet haar schoenen en sokken uit en gaat in de bak staan. Babette gaat er met haar blote voeten naast staan.

Ze doen, net als Maarten, eerst de hoepel omlaag en dan langzaam omhoog. “Zie je wel!” zegt Hanneke, “helemaal niet moeilijk!” 

En huppatee, de zeepbel gaat omhoog met Babette en Hanneke erin. Ineens komt er een flinke wind aan en die blaast de zeepbel hoog de lucht in. Babette roept: “Dit gaat niet goed! We vliegen te hoog! We moeten de zeepbel stuk maken!“ 

Hanneke heeft van alles in haar zakken: een schroevendraaier, een schaar, punaise, en met dat alles probeert zij de bel kapot te prikken. Maar wat ze ook probeert, er gebeurt niets! De zeepbel gaat niet stuk! Ze gaan nu echt veel te hoog! Gelukkig de zeepbel blijft boven hun eigen boomhut in een tak hangen. 

Irma ligt in bed nog na te denken over het feest, ze vond het een leuk feest. En knap van Maarten dat hij een vliegende zeepbel kan maken, waar hij zelf in kan staan. Dan kijkt ze door het raam naar buiten en ziet een grote zeepbel voorbij zweven! Ze kijkt nog eens goed. Ze ziet Babette en Hanneke in de zeepbel staan. Ze loopt naar het raam en ziet dat de meiden de zeepbel kapot proberen te maken. Maar dat lukt hen niet! Babette en Hanneke zien Irma bij het raam staan. Ze zwaaien en schreeuwen naar haar. Maar Irma kan ze niet verstaan!

Het enige wat Irma hoort is: ”Mmmp, mmmp!” 

Gelukkig blijft de zeepbel stevig in de tak hangen. 

Snel rent Irma naar de kamers van Maarten en Pleun. Irma maakt hen wakker en vertelt wat ze gezien heeft. 

Vlug lopen ze alle drie naar de slaapkamer van Irma. O, O wat nu? Maarten begint te lachen en zegt: “Ik weet wel hoe ze eruit kunnen komen. Pleun pak jij even tekenpapier en een stift.” 

Maarten vertelt tegen Pleun wat ze moet tekenen en zegt: “Schreeuwen helpt niet. Het geluid komt niet door de zeepbel heen.” 

Pleun en Irma trekken eerst een vies gezicht en beginnen dan hard te lachen. Pleun begint te tekenen. 

Kun je op de tekening zien wat Babette en Hanneke moeten doen?

Pleun laat de tekening aan hen zien. Zij trekken ook een vies gezicht. Maar ze gaan toch met hun tong aan de zeepbel likken. En ja hoor, na een tijdje komt er een gaatje in de zeepbel en zakken ze langzaam naar beneden.

Als Babette en Hanneke uit de zeepbel stappen, blazen ze nog belletjes! Hè, hè, het avontuur is gelukkig goed afgelopen! En ze komen nooit meer aan de spulletjes van Maarten. Dat hebben ze wel geleerd! 

Wim Verbunt, Verhalenverteller
Illustraties van: Karen Slangen en Pepijn Verbunt

About the author

Related Posts

Bezorging

Patric de Brouwer
bezorging@schakel-nu.nl

Vragen/opmerking?
Neem contact met ons op