De Schakel
Jeugd
De Reus die de hik had

Van onze verhalenverteller om zelf te lezen voor kinderen van groep 4-5 of voor te lezen in groep 2-3: DE REUS DIE DE HIK HAD Ben, Ronnie, Max, Monika en Prisca zijn drie weken op vakantie in Het Stralende Woud.…

Van onze verhalenverteller om zelf te lezen voor kinderen van groep 4-5 of voor te lezen in groep 2-3: DE REUS DIE DE HIK HAD

Ben, Ronnie, Max, Monika en Prisca zijn drie weken op vakantie in Het Stralende Woud. Zij wonen in Boomhut vijf. 

Dit wordt hun tweede week. Ze doen heel veel zelf: eten koken, de boomhut poetsen, de groentetuin bijhouden. Maar ook activiteiten, zoals speurtocht, spelletjes en sporten. Ze zijn goede vrienden geworden en helpen elkaar waar dat nodig is.

Iedereen slaapt nog in Het Stralende Woud. De zon is net op, de vogeltjes fluiten maar verder is alles nog in rust. Dan een enorm kabaal: “KABOEM!” 

De bewoners van Boomhut vijf worden er wakker van. De Boomhut schudt en iedereen valt uit zijn bed! Wat is hier aan de hand! Het lijkt wel een aardbeving! Ze krabbelen overeind en dan weer: “KABOEM!” 

Alles beeft en weer liggen ze alle vijf op de grond. Dat moet toch zo niet doorgaan anders wordt het geen leuke speeldag vandaag! 10 tellen later weer: “KABOEM!” 

De fles yoghurt valt op de grond en de cornflakes vliegen door de kamer! 

“Dit is niet leuk meer,” zegt Max. “Wie maakt hier al dat lawaai en waarom beeft het zo?”

Hij rent naar buiten en klimt tot boven in het topje van de boom. Hij kijkt waar dat geluid en beven vandaan komt… maar hij ziet niets. Dan weer: “KABOEM!” 

Max valt bijna uit de boom. Hij laat zich snel naar beneden zakken. Als Max weer in de boomhut is zegt hij: “Ik weet niet wat dat geluid en beven is! Maar volgens mij komt het van achter de grote bergen!”

“Oh,” zegt Prisca. “Achter de grote bergen woont reus Knotsknie. Die heb ik wel eens gezien toen ik aan het wandelen was. Hij kan wel chagrijnig zijn, maar de boel laten beven, dat heb ik hem nooit zien doen.” 

En… weer: “KABOEM…!” 

“Dit kan zo niet langer!” zegt Ronnie, “wie gaat er op onderzoek uit?” 

Prisca steekt haar vinger omhoog en zegt: “Ik wil wel gaan. Ik ken de weg. Ben wil ook mee, hij zegt: “Maar dan neem ik wel mijn verdwijndoek mee. Want als het fout gaat dan kan ik me goed verstoppen.” 

Ben heeft een doek dat hem onzichtbaar kan maken. Dat heeft hij soms nodig, zodat hij zich even kan terugtrekken. De verdwijndoek heeft hij van prinses Caitlin gekregen. 

“Dat is goed,” zegt Max. “Dan gaan wij kijken of er iemand van de andere woudbewoners hulp nodig heeft.”

Onder een aantal schokken door pakken Prisca en Ben de spullen in. Prisca neemt haar duif Witje mee. Witje gaat braaf op de schouder van Prisca zitten. Samen gaan Prisca en Ben op weg. “KABOEM!” 

Ze nemen krijt mee om pijlen te tekenen zodat ze de weg terug kunnen vinden.

Op hun weg naar de bergen komen ze veel omgevallen bomen tegen en ook boomhutten waar het dak vanaf is gevallen. Ze vertellen tegen iedereen die ze tegenkomen dat ze op zoek gaan naar het lawaai en het beven. 

Met krijt en soms met takken maken Prisca en Ben pijlen. 

Het is wel een dag reizen om achter de bergen te komen. Het beven blijft maar doorgaan. Om bij de bergen te komen moeten ze bij een brug de rivier over maar door al dat beven is de brug kapot geslagen. Prisca en Ben gaan langs het water kijken of ze iets kunnen vinden om daarmee naar de overkant te kunnen varen. 

Prisca ziet iets drijven in het water. Dat lijkt wel een schoen, maar dan een hele grote. “Is dat de schoen van reus Knotsknie?” vraagt Ben

“Dat zou best kunnen.” 

“Eens kijken of we de schoen naar de kant kunnen halen. Dan kunnen we die als boot gebruiken.”

Met een grote tak kunnen ze de schoen tegenhouden en vlug gaan Prisca en Ben in de schoen zitten. Ze halen de veter uit de schoen en binden die vast aan een boom. Dan kan de schoen niet wegdrijven als ze aan de overkant zijn. Prisca en Ben varen de rivier over en zetten hun reis voort. Bij elke hoek of bocht tekenen ze pijlen. En hoe verder ze lopen hoe erger het beven wordt. “KABOEM!” 

In de bergen moeten ze oppassen dat ze geen stenen op hun hoofd krijgen: ”KABOEM!” 

Dan zien ze in de verte tegen een boom reus Knotsknie liggen. Hij heeft maar één schoen aan en hij huilt dikke tranen. En…. hij heeft de hik. En die hik zorgt ervoor dat alles beeft:… ”KABOEM!” 

Prisca en Ben weten niet of de reus hen kwaad wil doen. Ben slaat zijn mantel om zodat hij onzichtbaar wordt. Hij kan zo naar de reus lopen zonder dat de reus hem ziet. Ben staat nu vlakbij de reus en kijkt eens goed wat er aan de hand is. De reus zit tegen een grote boom, huilt dikke tranen en hikt telkens …”KABOEM!” 

Zijn linker voet is bloot en in zijn grote teen steekt een doorn. Ben doet zijn mantel af en loopt terug naar Prisca en vertelt wat hij gezien heeft. 

Ze gaan nu samen naar de reus. Ondertussen hikt de reus gewoon door. Heel de aarde beeft:……”KABOEM!”

Als ze voor de reus staan vragen ze samen heel lief: “Reus Knotsknie, wat is er aan de hand?”

Maar omdat de reus zo huilt en hikt, hoort hij hen niet. Dan wat harder: ”Reus Knotsknie, wat is er aan de hand?” Hij hoort hen nog steeds niet! Ze zien wel dat de reus niet boos is, alleen verdrietig. Ben doet zijn mantel om en kruipt op de reus. Hij klimt helemaal boven tot bij zijn oor. Dat is wel gevaarlijk want de reus die hikt nogal eens. Als Ben bij zijn oor is doet hij zijn mantel af en zegt dan zachtjes in zijn oor: “Reus Knotsknie wat is er aan de hand”? 

De reus schrikt een beetje en ziet dan verderop Prisca staan en voelt Ben kriebelen aan zijn oor. 

Hij zegt huilend: “Ik had een doorn in mijn grote teen en toen ik mijn schoen uit wou doen kreeg ik de hik en die hik ging niet over. Ik werd zo kwaad en toen heb ik mijn schoen heel ver weg gegooid! En nou ben ik zielig en het hikken, houdt niet op en ik heb honger!”

“Nou,” zegt Ben. “Dan zullen we u eens gaan helpen. Zet me maar even op de grond.” 

De reus pakt Ben voorzichtig op en zet hem naast Prisca op de grond. Prisca heeft alles gehoord. Ze zegt: “Eerst maar eens de doorn uit de grote teen halen en er een verbandje om heen doen. Dan zien we wel weer verder.” 

Als Prisca de doorn uit de teen van reus Knotsknie haalt, houdt de reus op met huilen. Het hikken en het beven van de grond blijft gewoon doorgaan. Prisca en Ben gaan overleggen hoe ze de reus van het hikken af kunnen helpen.” 

“Reus Knotsknie, kun je 20 tellen je adem inhouden?” De reus knikt van ja. Ze tellen samen: “1-2-3,” tot 20 de Reus haalt weer adem, het is even stil en dan: “KABOEM!”

“Nee, dat helpt niet,” zegt Ben. “We moeten hem laten schrikken!” zegt Prisca.

“Maar hoe, wij zijn zo klein?” zegt Ben. Dan bedenken ze een plannetje. Ze schrijven een briefje en binden dat aan een van de pootjes van duif Witje en ze vliegt naar Het Stralende Woud. Als ze niets meer van Witje zien, gaan Prisca en Ben in het huis pannenkoeken bakken. Zelf lusten ze ook wel een pannenkoek. 

In het huis van de reus zoeken ze ook nog naar spullen voor hun plannetje. 

Monika ziet Witje aan komen vliegen. Ze Witje binnen en ziet het briefje aan haar pootje. Ze pakt het briefje en loopt er snel mee naar Ronnie en Max. In het briefje staat wat ze allemaal mee moeten brengen. En ook dat ze de pijlen moeten volgen om bij de reus te komen. Max, Ronnie en Monika pakken alles in. De volgende dag gaan ze op reis. 

Omdat Ben en Prisca overal pijlen hadden gezet, is het voor hen niet moeilijk om de weg te vinden. Bij de rivier trekken ze aan de schoenveter om de schoen naar zich toe te halen en varen zo naar de overkant. Als ze bij de reus aan komen zien ze een grote teen met een flink verband erom heen en een reus die hikt: “KABOEM!” Reus Knotsknie heeft geen honger meer, want tussen het hikken door heeft hij wel twintig pannenkoeken gegeten. Prisca vraagt aan de anderen of ze alles hebben meegebracht. “Ja alles,” zegt Ronnie. 

Monika en Prisca gaan bouwen. Max en Ben halen de spullen die ze nodig hebben uit het huis van de reus. Natuurlijk mag de reus niet zien waar ze mee bezig zijn. Het moet een verrassing zijn! Ronnie heeft afgesproken dat hij de reus bezig zou houden. Hij gaat leuke vrolijke verhalen vertellen over het Stralende Woud. Reus Knotsknie wordt er helemaal vrolijk van, hij vergeet zelfs af en toe te hikken!

Ondertussen wordt het donker, Monika, Prisca, Ben en Max hebben alles klaargemaakt: met verf, doeken, lampionnen en nog veel meer! Ondertussen blijft de reus maar hikken. Nu is het pikkedonker. De kinderen doen net of ze gaan slapen en ze wensen reus Knotsknie wel te rusten en zeggen: “En morgen helpen wij u van uw hik af.” 

Maar de kinderen gaan helemaal niet slapen. Nee ze gaan hun plannetje uitvoeren. Ronnie heeft de leiding. Hij zal zeggen wie wat moet doen. Ben en Max kruipen naar de oren van de reus! Maar dat moet wel heel stil gebeuren, want als de reus het in de gaten krijgt dan werkt het plannetje niet. De reus ligt helemaal schuin tegen de boom, Max zal de moeilijke kant pakken, omdat hij zo goed kan klimmen. Ben gaat langs de andere kant en slaat zijn mantel om, zodat de reus hem zeker niet kan zien. Want ook al is het donker, de maan is er ook nog. Ze beginnen heel voorzichtig aan de klim op de reus. 

Max is bij het linkeroor van de reus aan gekomen en Ben aan het rechteroor. Beneden maken de anderen de spullen verder in orde. Ronnie gaat kijken hoe het met Ben en Max is. Hij ziet dat die klaar staan. Ronnie roept: ”1-2-3!” Dan beginnen Ben en Max op de trommels te slaan en schreeuwen zo hard als ze kunnen in de oren van de reus “AARRRRGGGG, WHOEOEOE!” 

Voor de reus verschijnt ineens een heel groot monster, met een grote mond, scherpe tanden en vurige ogen! 

De reus schrikt hij staat op en zet het op een lopen terwijl hij hard schreeuwt: “AAAAAH, spoken!” 

Ben en Max kunnen zich nog net vastgrijpen aan de haren van de reus. En de reus rent en schreeuwt en rent en schreeuwt en….hè…de hik…die is weg! 

Reus Knotsknie kijkt om zich heen en ziet, Prisca, Monika en Ronnie voor hem staan. Zij lachen. En dan begint reus Knotsknie ook te lachen. Oh, wat is de reus blij dat hij niet meer hikt. Dan hoort hij Max roepen: “Hé reus Knotsknie, doe eens voorzichtig, wij vallen er bijna af!” 

De reus pakt voorzichtig Ben en Max op zet ze op zijn schouder en loopt terug naar de anderen. Daar ziet hij wat ze gemaakt hebben. Op een groot laken hebben Ronnie en Prisca een groot eng gezicht getekend en Monika heeft van lampionnen brandende ogen gemaakt. Om het laken omhoog te krijgen hebben ze een hele hoop luchtballonnen aan het laken geknoopt, zodat het omhoog kan vliegen.

Oh wat is iedereen blij en wat is het ineens een stuk rustiger. Geen “KABOEM!” meer.

De volgende dag gaat de reus samen met de kinderen terug naar de rivier. 

Hij pakt zijn schoen uit het water en trekt die aan, zet de kinderen over en maakt de brug weer in orde.

De kinderen gaan terug naar hun Boomhut in het Stralende Woud. 

Ze zijn moe maar tevreden en ze hebben nu een grote vriend achter de grote bergen: Reus Knotsknie.

Verhalenverteller: Wim VerbuntI
illustrator: Karen Slangen

About the author

Related Posts

Bezorging

Familie de Brouwer
Telefoon: 013 - 540 07 41

Vragen/opmerking?
Neem contact met ons op