De Schakel
Reportage
“De Kraan is van de kerk tot aan de hemel”

Veel volk bij de reünie van het Berkelse gedeelte van de langste straat van het dorp. Bijna honderd (oud)bewoners haalden vol plezier herinneringen op. Ze woonden in de oorspronkelijke 16 woningen. Joost Versteijnen woonde lange tijd op nr. 41. Zijn…

Veel volk bij de reünie van het Berkelse gedeelte van de langste straat van het dorp.

Bijna honderd (oud)bewoners haalden vol plezier herinneringen op. Ze woonden in de oorspronkelijke 16 woningen. Joost Versteijnen woonde lange tijd op nr. 41. Zijn vader had een loonbedrijf en hield van paarden. Omstreeks 1963 plaatste hij de eerste bak voor paarden. Dit zou later de manege worden waar De Cavalieren nog steeds hun rondjes draven en waar nu de reünie wordt gevierd.

Familie Van Laak had 14 kinderen en een gemengd veebedrijf. Marlies van Rijzingen-van Laak, één van de organisatoren, vertelt lachend: ”Vroeger heette het hier de Doode Kraan, totdat wij met ons grote gezin kwamen”.  Al in de vijftiende eeuw hoorde je van de dode en de levende kraan. Waarschijnlijk komt die naam van een waterbron die er bij de levende lag en bij de dode was een bron opgedroogd. Maar met veel kinderen zal dat allesbehalve een dode boel zijn geweest.

Sowieso hielp iedereen elkaar. Met hooien of het lenen van allerlei landbouwmateriaal of een paard. Ook de beer werd “geleend”.  De beer-boer was in de wijde omtrek een begrip. Dat was de opa van Joost Versteijnen. Die had een mannelijk varken en ruim voordat kunstmatige inseminatie een begrip was, trokken hele families met hun vrouwelijk varken op de kar naar Wim Versteijnen. “Er werd verteld dat de zeug naar Franse les ging”, aldus Marlies. En Ad Hultermans vult aan: ”de daad mochten we natuurlijk niet zien. Als de beer op de zeug ging, moesten wij kinderen ons omdraaien”.

Oudste bewoonster van De Kraan was Anna Cornelia van Rijswijk-Brekelmans. Ze werd 102 en vierde in 1938 haar honderdste verjaardag. Haar bijnaam was “Keeke de Kommies”. Waaraan ze de bijnaam dankte is officieel niet bekend. In Brabant ging zo’n bijnaam over van generatie op generatie.  Ze woonde met haar man de klompenmaker Cornelis van Rijswijk en ongetrouwde zoon Marinus aan de Doode Kraan 90. Ze hadden er wat vee, een bijenstal en natuurlijk het cafeetje. Niet te verwarren met voormalig café De Hemeltjes, dat elders lag, helemaal aan het einde van De Kraan tegen Udenhout aan. “En daarom zeiden we vroeger altijd dat we woonden in de straat die liep van de kerk tot aan de hemel”, mijmert Marlies naar de goeie oude tijd.

—> Lees verder

Bijzonder moment was ook het losschieten van het bruidspaar. Met Carbid in een melkbus vierden ze met luide knallen, de ondertrouw. Bij speciale gelegenheden zoals een zilveren of gouden bruiloft kwam de fotograaf. Wel even wat anders dan de vele foto’s en selfies die vandaag de dag geschoten worden. In je mooiste feestkledij werd een statige foto van de hele familie gemaakt. Daarom is het bijzonder dat er een foto van een straattafereel is gemaakt. Tijdens de reünie draait een sideshow met oude foto’s. “Op deze zie je hoe de melkbussen aan de straat stonden. Die werden opgehaald door de rom-boer. We zeggen hier geen melk, maar room”, legt Ad uit. Ook de schillenboer kwam langs de deuren.

Ad van Laak kan nog herinneren dat ze een telefoon kregen. “Eerst moesten we altijd naar Dennis van de Pas om te bellen naar de dierenarts. Dennis was vertegenwoordiger en had als eerste een telefoon. Met een eigen telefoon konden we bellen naar familie in Canada. Eerst hadden we 3 cijfers, later is daar een 1 voor gekomen, daarna twee drieën en tot slot 013-5 ervoor.” De bakelieten telefoon met draaischijf is inmiddels een museumstuk. “De houten stroompalen hebben we later als wip gebruikt”, weet Marlies nog.

De Kraan wordt doorkruist door de spoorweg. De straat is zelfs verlegd, omdat de wielen van de karren en fietsen tussen het spoor klem raakten. Daarom is er een bocht in de weggemaakt. Het oude spoorhuisje is gesloopt. “Tegenover het oude station lag de strontput. Over het spoor in wagons werd de stront van Tilburg afgevoerd naar Berkel. De boeren gebruikte die stront voor bemesting van het land. De put ligt er nu nog”, weet Wil van Laak.

Het klooster is gebouwd op het gebied van de dode en levende Kraan. Daar heeft Ad Hultermans nog warme herinneringen aan. “De nonnen hielpen we met gier rijden en het rooien van de aardappels. Niet meer dan drie rijtjes per keer, want ze hadden niet meer tijd en moesten weer gaan bidden. De aardappels lagen dan boven de grond en de nonnen kwamen met een emmertje rapen.”

Familie Vos stuurde onlangs nog een mailtje. “We wonen nu vort wel heel ver weg”, laat Jean Vos weten aan de organisatie. Sinds de nieuwe woningen in De Kraan bijna klaar zijn, verandert hun huisnummer van 96 naar 160.

Tekst: Ellen van Slooten
Foto: Peter Timmermans

Vlnr: Ad van Laak, Ad Hultermans, Marlies van Reizingen-van Laak en Wil van Laak.

About the author

Related Posts