De Beestenboel houdt een herfstmarkt. Er worden cupcakes, herfstkransen, vogeltaarten, voederhuisjes, warme chocomel, noten en nog veel meer verkocht. Jimmy verkoopt walnoten en hazelnoten. Hij heeft de noten schoongemaakt, gedroogd en daarna in zakjes gedaan. Op de boerderij is het…

De Beestenboel houdt een herfstmarkt. Er worden cupcakes, herfstkransen, vogeltaarten, voederhuisjes, warme chocomel, noten en nog veel meer verkocht.

Jimmy verkoopt walnoten en hazelnoten. Hij heeft de noten schoongemaakt, gedroogd en daarna in zakjes gedaan.

Op de boerderij is het gezellig druk.

Knorretje bezoekt alle kraampjes. Als hij bij Jimmy is knort hij: ‘Knorknor, verkoop je geen pindanootjes?’

Jimmy schudt zijn hoofd. ‘Die groeien niet in onze tuin.’

Knorretje pakt de zakjes walnoten één voor één vast. ‘Waarom doe je dat?’vraagt Jimmy.

‘Ik zoek een speciale noot’, knort Knorretje.

‘Dit zijn allemaal speciale noten’, zegt Jimmy, ‘ze komen uit onze tuin.’

‘Ik zoek een gouden walnoot’, knort Knorretje. ‘Niet goud van buiten, maar van binnen.’

‘Bestaan die dan?’ vraagt Jimmy.

‘Jazeker, je moet hem alleen weten te vinden’, knort hij. Knorretje pakt een noot, bijt deze open en knort: ‘Kijk, dit is een gewone vrucht. Een vrucht van een gouden noot is van goud.’

‘Hoeveel is een gouden vrucht waard?’ vraagt Jimmy.

Knorretje knort: ‘Een gram goud levert € 56,20 op, een gouden vrucht weegt ongeveer 80 gram, reken maar uit.’ Hij eet de vrucht op, geeft Jimmy 20 cent en loopt door.

Jimmy rekent uit 80 x 56,20 = € 4.496,00! Hij roept: ‘Papa, kom jij even bij mijn hazelnoten staan. Ik moet nog wat gaan doen.’

‘Wat ga je doen?’, vraagt papa.

‘Ik ga de gouden walnoot zoeken’, zegt Jimmy.

Jimmy streept ‘Walnoten € 1,00 ’ door en neemt zijn walnoten mee naar de paardenstal. Daar pakt hij een steen en slaat alle walnoten stuk. De schillen doet hij in de afvalbak en de gepelde noten terug in de zakjes. Als de walnoten zijn gekraakt ziet hij dat er geen gouden noot bij zit. Teleurgesteld loopt hij terug. De zakjes gepelde noten zet hij in zijn kraam. Papa zegt: ‘gepelde noten, die wil ik wel kopen. Hoeveel kost één zakje?’

Jimmy denkt na en zegt: ‘€ 2,50.‘

Het wordt ineens druk bij zijn notenkraam. Iedereen wil gepelde walnoten kopen.

Tegen het einde van de markt is Jimmy los. Er is geen noot meer te koop.

Knorretje komt weer langs en knort: ‘En… Jimmy heb je veel verkocht?’

Jimmy lacht: ‘Ik ben helemaal los!’

Knorretje knort: ‘Dan ben jij een goede marktkoopman. Heb je de noten in de schil verkocht?’

“Nee, ik heb ze allemaal gekraakt.”

‘En, heb je de gouden noot gevonden?’ knort Knorretje.

‘Nee, natuurlijk niet, want dan zat ik hier nu niet’, zucht Jimmy.

‘Heb je echt de gouden noot niet gevonden? Hoeveel heb je verdiend?’ knort Knorretje.

‘Ik heb 20 zakjes walnoten verkocht voor € 2,50. Dat is ‘20×2,50 = € 50,00.’

‘En hoeveel had je al verkocht?’ knort Knorretje.

Jimmy kijkt op zijn briefje en zegt: ‘€ 6,20.’

‘Hoeveel is dat samen?’

Jimmy telt alles bij elkaar op en zegt: ‘Dat is samen € 56,20.’

‘Dat heb je goed opgeteld en dat is precies het bedrag van één gram goud. Goed gedaan marktkoopman. Als je dat met 80 vermenigvuldigt heb je de gouden noot! Je kunt beter goud verdienen met je handen dan met geluk.’

Jimmy geeft Knorretje een high five.

Dit was een leuke en leerzame herfstmarkt.

Verhalenverteller: Wim Verbunt
Illustratie: Marjolein Stok