De Schakel
Jeugd
De boswandeling van Luna en Sky

Luna was het thuis even helemaal beu. Ze zat nu al 5 dagen binnen. Het duurt nog zeker twee weken voordat iedereen weer naar school mag. Ze moet er niet aan denken dat het nog langer duurt! Maar ze heeft…

Luna was het thuis even helemaal beu. Ze zat nu al 5 dagen binnen. Het duurt nog zeker twee weken voordat iedereen weer naar school mag. Ze moet er niet aan denken dat het nog langer duurt! Maar ze heeft wel begrepen dat je voorzichtig moet zijn, want corona is heel besmettelijk! Ze had nooit gedacht dat ze zou zeggen dat naar school gaan veel leuker is dan thuis zitten. Ze mist haar vriendinnen. Gelukkig heeft ze FaceTime op haar mobiel en kan ze lekker met haar vriendinnen kletsen. Jammer dat mama wel oplet dat ze niet langer dan een half uur op FaceTime zit. Dan zegt mama: “Luna nu heb je wel genoeg gekletst, morgen ga je maar weer verder.”

Af en toe gaat ze naar buiten, voor een boodschap of iets naar opa brengen. Gelukkig is Sky er nog. Ze vindt het heerlijk om met haar te wandelen. 

Vandaag gaat Luna een lange wandeling maken. Ze loopt richting Heukelom en dan daar het bos in. Sky vindt het geweldig in het bos: de heuveltjes en de dennenbomen, met hier en daar een eikenboom. Ze had met mama afgesproken om half zes thuis te zijn. Toen ze de deur uitging zei mama nog: “Houd wel afstand!”

“Natuurlijk doe ik dat!”

Bij het bos aangekomen mag Sky los. Luna gooit de bal zo ver als ze kan. 

Sky rent als een dolle achter de bal aan en brengt die weer terug, terwijl ze kwispelt met haar staart. Luna probeert de bal uit haar mond te trekken. Sky speelt het spelletje mee en houdt de bal goed vast. Ze gromt. Dan laat ze de bal los en blaft: “Wrafwrafwraf!” alsof Sky wil zeggen: “Nog een keer, nog een keer!” 

Zo zijn ze een tijdje aan het spelen. In de verte ziet Luna grote donkere wolken. Het begint hard te waaien. Ze pakt de riem en roept: “Sky, hier komen!” 

Maar zij heeft andere ideeën, ze wil de bal. Sky blaft en rent er vandoor. Luna denkt: Wie niet snel is moet slim zijn! En gooit de bal weg: “Sky zoek de bal!” 

De brave Sky brengt de bal naar Luna. “Zo, ik heb je.”

Maar Sky wringt zich los, zij wil nog helemaal niet aan de riem. Ze rent het bos in. Luna loopt haar achterna, maar Sky is veel te snel. Dan struikelt Luna over een tak. Ze schreeuwt het uit van pijn. Haar enkel doet zeer. “Sky, kom hier!” 

Maar Sky laat zich niet zien. Luna probeert te gaan staan. De tranen staan in haar ogen. 

Ze loopt naar een boom om houvast te hebben. Sky moet terugkomen! Luna maakt zich kwaad en roept: “Sky, hier!” 

Dan komt Sky aangelopen en springt tegen Luna op: “Af Sky en zit!” 

Sky gaat braaf zitten, Luna maakt de riem vast en knuffelt haar. “Wil jij zo maar weglopen van je baasje? Kom we moeten naar huis, er komt regen aan! En het is nog wel een uur lopen!” 

Ze wil gaan lopen maar dat lukt niet echt! Luna pakt haar mobieltje, maar ziet dat haar scherm niet aanspringt! “Shit!” Ook dat nog, is mijn batterij op! Wat nu?

Het wordt snel donkerder, de eerste dikke druppels vallen al. De wind blaast de regen in haar gezicht. Luna probeert te lopen. Dan een bliksemflits tegen de donkere lucht! “Eenentwintig, tweeëntwintig, drieëntwintig, vierentwintig, vijfentwintig.” 

Dan: “Kaboem!” Luna rekent uit: vijf seconden, dat is 1700 meter, het onweer is nog ver! Ze trekt aan de riem: “Kom Sky, van een beetje regen zijn we niet bang, we zijn niet van suikergoed.” 

Ze haalt uit haar broekzak een kauwgom en stopt die in haar mond, lekker zoet. Sky likt wat water uit een plas, dat smaakt haar goed. Ze lopen weer verder. Weer een bliksemflits en weer telt Luna: vier seconden, het onweer komt dichterbij. 

“Kom Sky nog een beetje sneller.” 

Het water plenst er nu uit, ze worden drijfnat. Luna begint het koud te krijgen en haar enkel doet nog meer pijn. Luna weet dat Mie Pieters langs deze weg ligt. In de verte ziet ze het café al. Ze strompelt verder met Sky achter zich aan. De bomen bij het café staan schuin van de wind. Ze probeert de deur van het café open te doen, maar die is op slot. Ze loopt over het terras naar achteren en ziet daar een afdak met wat stoelen. Daar gaat ze met Sky schuilen. 

Opeens blaft Sky en Luna ziet achter haar een mevrouw bij het raam. Die wenkt dat ze binnen mag komen. Luna tilt Sky op en loopt naar binnen. In het café staat ze te rillen en drukt Sky stevig tegen zich aan. De typische hondengeur van Sky ruikt ze goed en dat geeft haar een gevoel van veiligheid. “Och, meisje toch het is geen weer om buiten te zijn! Je rilt van de kou! Kom maar mee naar de keuken.” 

Luna loopt haar achterna. De mevrouw pakt een paar handdoeken: “Hier droog jezelf maar af en je hond ook. Met dat onweer heb je buiten niks te zoeken!  Je kunt daar je handen wassen! Ben je gevallen? Je zit helemaal onder de modder!” 

Dan begint Luna te huilen en vertelt wat er gebeurd is. De mevrouw schudt haar hoofd en zegt: “Ga maar eens zitten, dan kijk ik even naar je enkel.”

Ze pakt een handdoek, houdt daarmee de enkel vast en doet de schoen van Luna uit. “Nou er staat een flink ei op, die moet rust hebben. Ik zal een cool pack pakken om er tegen aan te drukken.”

“Dank je wel mevrouw.” 

“Geen mevrouw, noem me maar Marie-José.”

De handdoeken zijn wat ruw en al wrijvend krijgt Luna het langzaam weer warm. De keuken ziet er gezellig uit met een grote gedekte tafel. Op het fornuis staan pannen te pruttelen. Ze ruikt de zoete geur van rode kool en appeltjes en de pittige geur van uien en vlees met kruidnagel en laurier: hachee! Dat is haar lievelingseten.

Luna drukt het cool pack, in een doek gewikkeld, tegen haar enkel, dat helpt.

“Ik heet Luna en mijn hond heet Sky.” 

Sky blaft en springt tegen Marie-José op. “Ja, ik ken jullie wel. Jij komt hier wel vaker de hond uitlaten.”

Luna knikt: “Marie-José, mag ik mijn moeder bellen? Mijn telefoon doet het niet.”

Ze geeft haar mobieltje aan Luna. Luna vertelt haar moeder wat er is gebeurd en waar ze is. Mama schrikt van haar verhaal: “Als papa thuis is zal ik hem naar Mie Pieters sturen. Maar dat kan nog wel een uurtje duren. En let je een beetje op!” 

“Ja hoor, ik houd afstand! Marie-José, mijn vader kan me pas over een uur ophalen, is dat goed?” 

“Zeg maar tegen je moeder dat je kunt mee-eten. Ik heb voor vijf mensen gekookt, dan kan er ook nog wel een zesde bij!” 

“Mam ik mag hier blijven mee-eten, is dat goed? Ze eten rode kool met hachee!”

Haar moeder lacht: “Dat is goed en smakelijk eten!” 

Een uur later komt papa Luna en Sky ophalen. Ze bedanken Marie-José voor de gastvrije ontvangst.

De volgende dag klopt Luna nog een keer aan bij Mie Pieters.

Ze legt een bosje bloemen voor de deur en doet twee stappen achteruit. 

Marie-José doet open en ziet Luna: “Zo Luna, gaat het weer een beetje?”

“Ja hoor, mijn enkel hebben ze ingetapet, ik moet een paar dagen rusten. Dat is niet zo moeilijk in deze tijd! Ik heb voor u bloemen bij me. En bedankt dat Sky en ik konden schuilen en mee-eten. Rode kool met hachee is mijn lievelingseten.”

“Kom nog maar eens een keer langs met Sky, als het allemaal over is.”

“Dat zal ik doen!”

Wim Verbunt
Verhalenverteller

Luna, Ramon en Sky bedankt voor de foto’s

About the author

Related Posts