De Schakel
Jeugd
De Beestenboel in lentestemming

Op de boerderij is het een drukte van jewelste. Er wordt gepoetst, de voortuin en moestuin worden in orde gemaakt, de buitenboel opgeknapt, hier en daar een likje verf. De stallen en hokken worden schoongeveegd en schoongespoten. De boertjes hangen…

Op de boerderij is het een drukte van jewelste.

Er wordt gepoetst, de voortuin en moestuin worden in orde gemaakt, de buitenboel opgeknapt, hier en daar een likje verf. De stallen en hokken worden schoongeveegd en schoongespoten. De boertjes hangen nestkastjes op. En voor het eerst komt er een ooievaarswiel op een paal. De Beestenboel wordt klaargemaakt voor de lente.

Ze zeggen wel ‘maart roert zijn staart’, maar het lentegevoel houdt niemand tegen.

Terwijl de boertjes bezig zijn, zingen ze: “♫Sla je vleugels uit, het wordt lente, een nieuw en fris geluid, het wordt lente…♫”

De dieren zijn ook in opperbeste stemming. Knorretje en Kukie doen hun dagelijks rondje over het terrein. Als ze Ben van de boertjes zien lopen, knort Knorretje: “Bij de poort ligt nog wat rotzooi, laat jij dat opruimen?” “Dat zal ik doen, maar hebben jullie Titi de laatste tijd nog gezien?”  “Nee Ben, we zullen eens rondkijken, misschien heeft ze ook wel de lente in haar bol,” knort Knorretje.

Waar ze ook kijken, in de keuken, in de stallen of bij de kachel, nergens is Titi te vinden. Als ze bij de hooischuur staan, horen ze gemiauw. Ze lopen naar binnen, maar zien geen poes. Kukie fladdert omhoog, kijkt boven op de hooipakken en kraait: “Hier ligt Titi lekker lui in het hooi. Ze is dikker geworden.” Titi kijkt Kukie aan. “Miauw, ja dat klopt, ik snap er niks van en ik ben ook erg moe.” Knorretje roept: “Zullen we vragen of Ria even langs komt?” Dat vindt Titi wel een goed idee. Onderweg naar Ria kraait Kukie: “Tja, als je niks doet en maar lui voor de kachel gaat liggen, dan word je vanzelf dik.” “Laat dat maar aan Ria over,” knort Knorretje.

Ria gaat vanmiddag even kijken, zij heeft nu spreekuur.

’s Middags zitten de boertjes en de dieren bij elkaar om even uit te puffen van alle werkzaamheden. Ria komt langs met Titi in haar armen en zegt: “Ik heb goed en slecht nieuws.” Knorretje schrikt. Als er maar niets met Titi is! “Het slechte nieuws is dat er meer bewoners op de boerderij komen. Het goede nieuws is dat Titi zwanger is. Rond Pasen verwacht ze de kleintjes.” Gelukkig, dat is eigenlijk dubbel goed nieuws! De dieren zingen samen met de boertjes: “♫lang zal ze leven, hiep, hiep, hiep, hoera♫.”

“Wie is de vader?” hinnikt Witlokje. “Karel, de kater van boer Kees,” miauwt Titi.

“Weet hij er al van?” balkt Gerrit. “Nee, nog niet. Wil iemand van jullie dat gaan zeggen?” miauwt Titi. Boertjes Ben en Mariska pakken de fiets en rijden naar de buren. Even later komen ze terug met Karel in de fietsmand. Als hij op de grond staat, loopt hij meteen naar Titi en geeft haar een knuffel. De boertjes en alle dieren kijken vertederd naar hen. “Kom, we gaan weer werken en laten hen voorlopig met rust,” knort Knorretje.

Iedereen is blij met de uitbreiding.

 

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

 

About the author

Related Posts