De Schakel
Jeugd
Carnaval bij de Beestenboel in Knollevretersgat

Overmorgen is het carnaval. Ze hebben er zin in. Ze hadden graag meegedaan met de optocht in Knollevretersgat, maar dieren mogen niet meedoen. Daarom vieren ze op zondagmiddag zelf carnaval op de boerderij. Knorretje is net als vorig jaar prins…

Overmorgen is het carnaval. Ze hebben er zin in.

Ze hadden graag meegedaan met de optocht in Knollevretersgat, maar dieren mogen niet meedoen. Daarom vieren ze op zondagmiddag zelf carnaval op de boerderij. Knorretje is net als vorig jaar prins Knorretje d’n Irste en Kukie zijn adjudant. De boertjes zijn er dit jaar niet bij, die rijden rond met een muziekwagen in het Knollevretersgat. De Kakelband heeft een paar carnavalsnummers ingestudeerd, zoals: ‘Er staat een paard in de gang’, ‘Vogeltje wat zing je vroeg’, ‘Mooi, mooi, mooi man’ en ‘Een Barg die hé un krul in de steert’.

Ben van de Boerderijclub zal de disco klaarzetten, want met vier zangnummers vul je de middag niet. Prins Knorretje heeft voorgesteld om de schapen en koe Berta uit te nodigen om mee te feesten, dan wordt het nog gezelliger. Hoe meer dieren, hoe meer vreugd. Ria zal voor de hapjes zorgen, wortels en mais, en van Prins Jos d’n Irste hebben ze knollen gekregen. Er is drinken in overvloed, alle waterbakken zijn gevuld.

Het is zondagmiddag, het feest kan beginnen. De leden van de Kakelband zingen hun vier nummers. Na het laatste nummer zijn er wedstrijden: spijkerpoepen, zaklopen en koekhappen. Dan wordt de disco aangezet. Iedereen doet mee in de polonaise, Prins Knorretje d’n Irste met adjudant Kukie voorop. Witlokje, Gerrit en Berta hossen ook mee. Het is een gezellige boel… totdat Berta tegen Gerrit loeit: “Sluit eens aan, er zit een heel gat tussen Witlokje en jou!” Gerrit stopt en balkt: “Ik kan er niet tegen als ze me opjagen, ia!” Iedereen stopt en valt over elkaar heen. Berta botst tegen de disco en die dondert op de grond! Ineens is het stil. Er komt rook uit de disco. Dan wordt er gekakeld, geloeid, gebalkt en geknord. Knorretje knort nu zo hard als hij kan: “Stil! Is er iemand gewond?” “Boe ja,” loeit Berta, “mijn linker voorpoot doet zeer.” Dokter Ria komt meteen kijken, ze voelt aan de poot van Berta. “Een beetje gekneusd.” Ze legt er een cool-pack op. Boer Jan probeert weer muziek uit de disco te krijgen, maar daar komt geen geluid meer uit. Hij pakt zijn mobiel en belt Ben. Het wordt stil in de stal. “Alaaf, met Ben, hoe is het bij jullie?”  Boer Jan vertelt wat er gebeurd is. Dan zegt boer Jan tegen de carnavalsvierders: “Ik heb goed nieuws, de boertjes komen met hun muziekwagen naar de boerderij.” Een luid gejuich komt uit alle kelen van de dieren. De Kakelband begint meteen te zingen. Als ze bij hun laatste nummer zijn, over het varken dat een krul in zijn staart heeft, rijdt de muziekwagen van de boertjes het erf op. De wagen past niet in de stal, dus gaat iedereen naar buiten. De muziek wordt aangezet en ze vieren met zijn allen tot laat carnaval.

“Het dieren-carnaval samen met de boertjes is geslaagd,” knort Knorretje d’n Irste, “alaaf, alaaf, alaaf!” en hij hangt boertje Ben een medaille om.

 

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

About the author

Related Posts