De Schakel
Jeugd
Bezoek van de Paashaas aan Berkel-Enschot

Knorretje en Kukie staan geduldig bij de poort te wachten op Lepus de Paashaas. Elk jaar komt hij op zaterdag vóór Pasen langs. Hij zet dan zijn kar met eieren in de stal, gaat een voorslaapje doen en ’s nachts…

Knorretje en Kukie staan geduldig bij de poort te wachten op Lepus de Paashaas. Elk jaar komt hij op zaterdag vóór Pasen langs. Hij zet dan zijn kar met eieren in de stal, gaat een voorslaapje doen en ’s nachts verstopt hij de eieren. Vorig jaar was het wiel van zijn kar stuk, maar dit jaar is alles in orde. Precies om drie uur is Lepus bij de boerderij. Hij heeft voor iedereen een zakje chocolade eitjes. Als zijn kar in de stal staat wenst hij iedereen welterusten, kruipt onder zijn dekentje en gaat slapen. Een uur later schrikt hij wakker van een raar geluid. Het is geritsel in de buurt van zijn kar. Door zijn grote oren kan hij super goed horen. Hij loopt naar zijn kar om te kijken of er iemand aan zijn eieren zit. Nee, niemand te zien. Dan hoort hij het weer. Het geritsel komt uit de kar zelf. Lepus haalt er een paar eieren uit en ziet dan Benjamin tussen de eieren zitten. Benjamin is zijn jongste zoon.

“Dag papa.”

“Benjamin, wat doe jij hier?”

“Ik had me thuis verstopt in de eierkar en ben toen in slaap gevallen.”

“Mama zal wel ongerust zijn”, snift Lepus en denkt na hoe hij dit gaat oplossen. Hij loopt met Benjamin naar Knorretje en vertelt hem over Benjamin en dat zijn mama nu niet weet waar hij is. “Ik kan aan Ekkie vragen of zij even naar de Paashazenboerderij vliegt om tegen mama Paashaas te zeggen dat Benjamin veilig hier is?”

Dat vindt Lepus een goed idee. “Maar wat moet ik nou met jou?”

“Oh papa, mag ik vannacht met je mee?”

“Jij bent nog veel te jong en je moet voorslapen om vannacht goed wakker te blijven.”

“Dat kan ik wel, alsjeblieft papa?”

“Vooruit dan maar, maar dan gaan we nu meteen slapen.” Ze lopen samen terug naar de stal. Lepus maakt zijn bedje wat ruimer zodat Benjamin er bij kan.

Lepus doet zijn ogen dicht en probeert te slapen. Benjamin doet zijn best om te slapen, maar het lukt hem niet. Hij heeft helemaal geen slaap, hij heeft heel de middag al geslapen. Maar wat nog erger is: omdat Benjamin niet in slaap kan komen, houdt hij met zijn gedraai zijn papa ook wakker. Als het twaalf uur is staan ze op. Benjamin is nog steeds klaarwakker en zijn papa heeft moeite om zijn ogen open te houden. Lepus gaat naar de kar met eieren. Benjamin springt er bovenop en ze gaan naar Berkel-Enschot. Het verstoppen van de eieren kan beginnen. Ze starten in wijk Koningsoord. Benjamin is druk bezig en vindt paaseieren verstoppen leuk. Later wil hij ook Paashaas worden. Hij doet de rechterkant van de straat en papa de linkerkant. Als hij klaar is zoekt hij zijn papa op. Hij heeft hem al een tijdje niet gezien. Benjamin loopt naar het begin van de straat en gaat hem zoeken. Hij hoort gesnurk en ja hoor, daar ligt papa onder een struik te slapen. “Papa, papa, wakker worden, je mag nu niet slapen, we moeten nog veel eieren rondbrengen!”

Lepus schrikt wakker en snift: “Zoon, dit wordt een zware nacht. Ik heb te weinig geslapen, mijn ogen vallen steeds dicht. Wat moeten we doen?”

Plotseling horen ze: “Oehoe, oehoe.” Benjamin schrikt zich een hoedje en roept: “Help, een spook!”

“Nee, ik ben geen spook. Die zegt: “Boeboe.” Ik ben een uil en ik zeg: “Oehoe”. Misschien kan ik jullie wel helpen, oehoe?”

Lepus kijkt omhoog en ziet boven in de boom zijn vriend Hendrik de uil zitten. “Hallo Hendrik, mag ik je voorstellen aan mijn jongste zoon Benjamin. Vertel Hendrik, hoe zou jij ons kunnen helpen?”

“Wij uilen zijn nou eenmaal nachtdieren en we slapen overdag. Wij zijn nu dus klaarwakker. Als ik mijn uilenbroeders en -zusters eens oproep? Dan kunnen we met zijn allen de eieren in de tuinen verstoppen.” Dat vindt Lepus een goed idee. De familie van Hendrik wil graag meehelpen en deze nacht worden ze Paasuilen. Lepus haalt er de plattegrond van Berkel-Enschot bij en geeft aan waar de eieren naar toe moeten. Hendrik en zijn familie vliegen af en aan. Benjamin maakt steeds zijn papa wakker als de uilen weer komen aanvliegen. Die brengen dan de volgende lading weg. Om één uur is heel wijk Koningsoord gedaan. Ze verhuizen naar de Berkelse Akkers, daarna naar Eikenbosch, het Ruiven, Heukelom en als laatste Enschot. Met zoveel hulpjes is het karwei snel geklaard. Als Lepus en Benjamin afscheid nemen van Hendrik en zijn familie snift hij: “Bedankt, zonder jullie was het dit jaar niet gelukt. Wie weet maak ik volgend jaar weer gebruik van jullie diensten.”

Hendrik oehoet: “Nou we moeten er geen gewoonte van maken. ’s Nachts moeten wij ons eten bij elkaar zoeken. Maar als je in nood zit mag je ons altijd roepen, oehoe.”

Benjamin en Lepus lopen met een lege kar terug naar de Beestenboel en er is nog genoeg tijd over om bij te slapen.

’s Morgens als Kukie kraait om wakker te worden, draaien Lepus en Benjamin zich nog eens om. Wat later worden ze wakker van het geluid van kinderen die eieren komen zoeken en besluiten ze op te staan.

De konijnen Snif en Snuitje zijn weer als Paashaas verkleed. Als Knorretje Lepus en Benjamin ziet knort hij: “Al wakker? Is alles goed gegaan?”

Lepus vertelt Knorretje over Hendrik de uil en de hulp die zij hebben gehad.

“Het komt goed uit dat je al wakker bent, want er zijn hier kinderen die je wat willen vragen”, knort Knorretje.

Eerst komt Jimmy: “Paashaas, hoe komt het dat bij ons de eieren vanmorgen boven in de boom hingen?”

“Dat komt omdat vannacht de uilen hebben meegeholpen met verstoppen van de eieren. En hangen de eieren daar nu nog?”

“Nee hoor, ik heb lekker in de boom mogen klimmen. Ik vond het wel gaaf.”

De tweede is Lenthe: “In de tuin van oma lag een zakje met eitjes boven op een nestkastje. Mama dacht dat het echte eitjes waren. Papa heeft toen de trap tegen de boom gezet en ik mocht het zakje gaan pakken.”

Ben wil weten hoe de chocolade eieren gemaakt worden en waarom die hol zijn. Anjes vindt witte chocolade eieren lekker en heeft een tekening voor de Paashaas gemaakt.

Lepus en Benjamin vinden het leuk om met de kinderen te praten. Als ze ’s middags terug naar huis gaan ligt er in de kar een hoop tekeningen. Die gaan ze straks thuis ophangen.

Fijne Paasdagen en goed zoeken naar de eitjes!

En als er bij jullie eitjes in de bomen hangen dan weten jullie hoe dat komt.

 

Illustrator: Marjolein Stok

Verhalenverteller: Wim Verbunt

About the author

Related Posts