‘Auw, stomme ezel kijkt toch eens uit waar je je poten zet,’ knort Knorretje. ‘Ia, ia, sorry, ik was met mijn gedachte ergens anders,’ balkt Gerrit. ‘Oh ja,’ kukelt Kukie, ‘waar was je dan met je gedachte?’ ‘Ik dacht aan…
‘Auw, stomme ezel kijkt toch eens uit waar je je poten zet,’ knort Knorretje.
‘Ia, ia, sorry, ik was met mijn gedachte ergens anders,’ balkt Gerrit.
‘Oh ja,’ kukelt Kukie, ‘waar was je dan met je gedachte?’
‘Ik dacht aan meer dan tweeduizend jaar geleden, aan mijn bet-bet-bet-bet-betovergrootvader.’
‘Leeft die dan nog?’ hinnikt Witlokje.
‘Nee, die is allang dood. Hij heeft Jozef en Maria naar Bethlehem gebracht en was bij de geboorte van het kindje Jezus. Willen jullie het verhaal horen van mijn verre voorvader Hamor?’ ‘Ja graag,’ reageren alle dieren.
Het wordt stil in de stal en Gerrit vertelt:
Hamor was trekezel in Nazareth. Elke dag trok hij meerdere keren een kar met stenen de berg op. Als hij moe was en niet verder kon gaf zijn baas hem stokslagen. Hij kreeg weinig eten en drinken. Op een dag zakte hij door zijn poten en viel op de grond. Zijn baas sloeg hem en zei: ‘Jij stomme ezel kom sta op en doe je werk.’
Toen kwam Jozef, die zei: ‘Stop met slaan, dit arme dier kan niet meer.’
Mijn baas zei: ‘Arm dier, ik geef hem eten en drinken en wat doet hij? Hij is gewoon te lui om te lopen. Ik hoef hem niet meer, zorg jij maar voor hem.’
Jozef nam Hamor mee naar zijn huis. Hij kreeg eten en drinken en Maria, zorgde voor de wonden van Hamor. Hij kreeg daar liefde en aandacht. Een week later hoorde Hamor Jozef zeggen: ‘Maria, wij moeten naar Bethlehem naar de stad waar mijn voorvader, koning David, vandaan komt.’
‘Maar hoe gaan we daar naar toe?’ zei Maria, ‘ik verwacht een baby! Te voet is veel te ver!’
Jozef ging in het dorp vragen of iemand met een karretje die kant oprijdt.
Na uren zoeken kwam Jozef terug. ‘Maria, er is niemand die naar Bethlehem gaat.’
Hamor hoorde dat en balkte: ‘Ia, ia, ia.’
‘Ja, ja, straks krijg je eten Hamor,’ zei Maria zacht.
Maar Hamor liep naar hen toe en balkte nog een keer: ‘Ia, ia, ia.’
‘Ik denk dat hij bedoelt dat hij jou wel wil dragen naar Bethlehem,’ zei Jozef.
‘Ia, ia, ia,’ Hamor duwde zachtjes met zijn rug tegen Maria.
‘Nee, Hamor jij kunt mij niet dragen, jij bent nog veel te zwak.’
Hamor begon harder te balken: ‘Ia, ia, ia.’
‘Goed wij nemen jou mee naar Bethlehem,’ zei Maria, ‘en als ik echt niet meer kan lopen ga ik op je rug zitten.’
Op weg naar Bethlehem liepen Jozef en Maria naast Hamor en toen Maria niet meer kon, ging ze op de rug van Hamor zitten. In Bethlehem was er voor hen geen plaats om te slapen. Een herder wees hen naar een stal.
Die nacht was er in de stal fel licht en Hamor hoorde gezang: Kindje Jezus werd geboren. Hamor zag dat het kindje bibberde en huilde van de kou. Met zijn snuit blies hij warme lucht naar het gezichtje van het kindje en Jezus stopte met huilen.
‘Dit verhaal wordt elk jaar doorverteld,’ balkt Gerrit.
De dieren zuchten: ‘Wat een mooi verhaal, Gerrit.’
‘Doet je poot nog zeer Knorretje?’ balkt Gerrit.
‘Mijn poot… nee, niets aan de hand,’ knort Knorretje.
Gerrit kijkt iedereen aan en balkt: ‘Ik wens jullie en alle mensen een zalig Kerstfeest toe, ook namens mijn voorvader Hamor ia, ia.’
Verhalenverteller: Wim Verbunt
Illustratie: Marjolein Stok
Agenda
t/m 20-2-25 | Expositie FotoBE Aardse en Hemelse zaken |
16-01-2025 | Schrijfatelier 1&2 |
16-01-2025 | KBO-De Schalm Riktoernooi 2024-2025 |
16-01-2025 | Samen uit Dineren senioren BE, KBO/SWO |
16-01-2025 | 4e 50 hindernissen competitie |
17-01-2025 | LetterLoll 2-4 jaar |
19-01-2025 | Ruilbeurs "De Torenhoek" |
Iets gevonden of verloren?
Wij maken de match